NOZ2 H
ANDLEIDING
7.7
Zekeringen
7.8
Leds
7.9
De toestelcode instellen
Handleiding versie 7.1 (22-10-2019)
Opmerking:
n
Als wordt gevraagd om een nieuw mastertoestel aan
te wijzen, kies dan bij voorkeur een toestel waarvan
de besturingsprint niet is vervangen. De settings blij-
ven in dat geval behouden.
De besturingsprint van het toestel is voorzien van de volgende
zekeringen:
•
zekering F140 1 van de transformator.
•
zekering F1412 van de besturingsprint.
-
voor de NOZ
25 zijn dit 2 zekeringen.
2
-
voor de NOZ
50 zijn dit 3 zekeringen.
2
De waarden zijn bij de zekeringen aangegeven.
De ledlampjes 1 op de besturingsprint geven het volgende
aan:
•
groen continu: De besturingsprint heeft voeding.
•
groen knipperend: De toestelcode kan worden ingevoerd.
•
rood continu: Er is een lokale storing.
Opmerking:
n
Dit hoeft niet altijd te resulteren in een storingsmel-
ding op het bedieningspaneel.
De toestelcode moet worden ingesteld na vervanging van de bestu-
ringsprint in het toestel. De toestelcode is afhankelijk van het type
toestel en is aangeven op het typeplaatje.
Voor het instellen van de toestelcode zijn twee methodes:
S
ERVICE
nl
nl-81