I
NSTALLATIE
nl
nl-36
•
Alleen toestellen uit eenzelfde produktreeks, met een-
zelfde batterijtype en dezelfde capaciteit kunnen gecombi-
neerd worden toegepast met één bedieningspaneel.
•
Stel één toestel naar keuze in als master. De volgorde van
de aangesloten toestellen is hierbij niet van belang.
•
Sluit het bedieningspaneel en de externe regelcomponen-
ten aan op het master-toestel.
Opmerking:
n
Het master-toestel is te herkennen aan de toevoe-
ging 'Auto' aan de typeaanduiding op het typeplaatje.
Opmerking:
n
Verwijder bij de overige toestellen NIET de brug op
de ingang voor externe besturing.
Werking zonder bedieningspaneel
Het toestel kan werken zonder bedieningspaneel. Verwijder als
dat gewenst is het bedieningspaneel pas na volledige installatie.
2.12.2 Het bedieningspaneel bevestigen en aansluiten
1. Leg de besturingskabel aan.
2. Schuif het bedieningspaneel uit de wandhouder.
3. Sluit de besturingskabel aan op aansluiting X397en (indien
toegepast) de kabel voor de externe regeling aan op aan-
sluiting X426 van de wandhouder.
Let op:
c
Zorg ervoor dat de muur achter de wandhouder
vlak is.
Let op:
c
Plaats het bedieningspaneel in de meegeleverde
behuizing als klasse IP54 vereist is. De openingen
voor de kabeldoorvoer moeten aan de onderkant
zitten.
4. Schroef de wandhouder op de elektriciteitsdoos of tegen
de muur.
Let op:
c
Plaats het bedieningspaneel pas terug in de wand-
houder als de voeding van alle aangesloten toestel-
len is ingeschakeld.
L
UCHTVERWARMER