Functies van instrumenten en bedieningselementen
1
4
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
2. Neem de sleutel uit.
Bestuurderszadel
Verwijderen van het bestuurderszadel
1. Verwijder het duozadel.
2. Verwijder de kap, druk de hendel van
het bestuurderszadel onder de ach-
terzijde van het bestuurderszadel naar
links zoals getoond en verwijder dan
het zadel.
2
1. Dop
2. Vergrendelingshendel bestuurderszadel
Aanbrengen van het bestuurderszadel
1. Steek het uitsteeksel aan de voorzijde
van het bestuurderszadel in de zadel-
bevestiging zoals getoond, en druk
dan de achterzijde van het zadel om-
laag om te vergrendelen.
2 2
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
4-28
2. Monteer de kap.
2
1 1 1
1. Dop
3. Installeer het duozadel.
OPMERKING
Controleer of de zadels stevig zijn ver-
De hoogte van het bestuurderszadel
1 1 1
1 1 1
grendeld alvorens te gaan rijden.
kan worden afgesteld. Zie de para-
graaf hierna.