Inhoudsopgave
Advertenties
Snel knipperen
Weergave van het aantal
Aantal rotaties
rotaties op de display-een-
van de wielen
1 rotatie
12 rotaties
13 rotaties
heid
2-21
Diagnosefunctie
Weergavemethode voor diagnosemodus
voor de snelheidssensor
Als u wilt bepalen of de regelaar het signaal van
de snelheidssensor goed interpreteert, draait u
het wiel rond waarmee de snelheidssensor is
verbonden en controleert u of het aangegeven
aantal rotaties van het wiel overeenkomt met
het werkelijke aantal rotaties.
1. Ga naar de diagnosemodus voor de snel-
heidssensor.
Raadpleeg "Bedieningsprocedures voor di-
agnosemodus".
Controleer of op het ondersteuningsmodus-
display "HIGH" snel knippert (0,2 seconden).
2. Wanneer u het wiel (met de snelheidssensor)
optilt en ronddraait, wijzigt de weergave van
het aantal rotaties 1 op de display-eenheid.
Voordat u het wiel (met de snelheidssensor)
ronddraait, staat de weergave van het aantal
rotaties 1 op "0" op de display-eenheid.
Wanneer u het wiel (met de snelheidssen-
sor) 1 keer ronddraait, staat de weergave
van het aantal rotaties 1 op "1" op de dis-
play-eenheid.
Wanneer u het wiel (met de snelheidssen-
sor) 12 keer ronddraait, staat de weergave
van het aantal rotaties 1 op "12" op de dis-
play-eenheid. Wanneer u het wiel (met de
snelheidssensor) 13 keer ronddraait, staat
de weergave van het aantal rotaties 1 weer
op "1" op de display-eenheid.
Daarna geldt dat elke keer dat u het wiel (met
de snelheidssensor) ronddraait, de weerga-
ve van het aantal rotaties 1 weer "1" tot en
met "12" op de display-eenheid weergeeft.
OPMERKING
• U moet het wiel (met de snelheidssensor) mi-
nimaal 3 keer ronddraaien en controleren of
"3" wordt weergegeven.
• Als de snelheidssensor een storing heeft,
neemt het aantal rotaties op de display-een-
heid toe, voordat het wiel (met de snelheids-
sensor) ook maar een keer is rondgedraaid of
het aantal neemt niet (of met vertraging) toe
ook al is het wiel (met de snelheidssensor) mi-
nimaal een keer rondgedraaid.
–
+
ELEC
Advertenties
Inhoudsopgave
