Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het onderhoud (3)
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het onderhoud (3)
Gebruik van de krachtsensor
1. Houd uit de buurt van magneten.
Gebruik geen gemagnetiseerde schroeven-
draaiers en voer geen onderhoud uit in de
buurt van grote elektrische krachtbronnen.
2. Voorkom krachtige mechanische schokken.
Krachtsensoren die op de grond zijn geval-
len of door middel van bijvoorbeeld een ha-
mer zijn verwijderd, kunnen niet meer wor-
den gebruikt omdat de referentiespanning
van de krachtsensor aanzienlijk kan wijzigen
door de variaties in het interne magnetische
circuit.
3. Niet in de axiale richting pletten of indrukken.
Elke vervorming van de behuizing van de
krachtsensor door pletten kan resulteren in
wijzigingen in de referentiespanning van de
krachtsensor. Wijzigingen in de referentie-
spanning van de krachtsensor kunnen ook
worden veroorzaakt door uitoefening van
een kracht groter dan 2 kgf op de sensor-
schacht tijdens het vastklemmen van de be-
huizing.
De installatie van een eenwegkoppeling met
een krap passende spiebaan kan excessie-
ve kracht uitoefenen op de sensorschacht
en resulteren in spanningswijzigingen.
4. Trek niet aan de bedrading.
Trek niet met kracht aan de bedrading van
de kleine schakelkaart die de behuizing van
de krachtsensor verbindt met de krachtsen-
sor. Dit kan de referentiespanning van de
krachtsensor wijzigen.
5. Zorg ervoor dat de aandrijfeenheid niet in
contact komt met water.
Elke vorm van roest op de sensorschacht of
de hoofdas kan uitgangsfluctuaties veroor-
zaken of de sterkte van de onderdelen aan-
tasten. Voer geen onderhoud uit op de sen-
sor in vochtige omgevingen.
6. Organische oplosmiddelen
Breng geen smeermiddelen aan op basis
van benzine of oplosmiddelen (smeermid-
delen voor consumenten in de vorm van
spray) op de sensorschacht of de schakel-
kaart. Het kan het vermogen van de eenheid
verminderen om kortsluitingen te voorko-
men.
7. Gebruik beschadigde aandrijfassen niet op-
nieuw.
De sensorschacht en de aandrijfas schuiven
in een metalen lager. Het is moeilijk om de
eenwegkoppeling en de sensorschacht te
installeren als het oppervlak van de aandrijf-
as is bekrast.
8. Demonteer de krachtsensor niet.
Demonteer het inwendige van de sensor niet
omdat de krachtsensor niet opnieuw kan
worden ingesteld. Krachtsensoren die zijn
gedemonteerd kunnen niet meer worden ge-
bruikt.
1-6
GEN
INFO