4
3
2
Schakel
1
andere in
of
1
4
3
2
Schakel
1
andere in
Uit
Aan
4
3
2
1
4
3
2
1
2-8
Diagnosemodus
Diagnosemodus
Herstelbare fouten van accu of acculader
Als de accu of acculader fouten veroorzaakt,
kan de volgende procedure worden gebruikt
om toegang te krijgen tot de foutdiagnosemodus
ter controle van de foutdetails over de accu of
acculader.
1. Als
er
een
fout
indicatorknop "
" 1 voor de accucapaciteit
op de accu is ingedrukt of de acculader
wordt
aangesloten,
indicatielampjes [1]/[3] en [2]/[4] afwisselend
gaan branden of zullen de lampjes [1]/[2] en
[3]/[4] afwisselend gaan branden.
Wanneer de indicatielampjes voor de
accucapaciteit afwisselend gaan branden,
wordt de resterende accucapaciteit niet
weergegeven.
2. Houd de indicatorknop "
capaciteit gedurende 10 seconden inge-
drukt.
3. Het display met de indicatielampjes voor de
accucapaciteit geeft de fout van de accu of
acculader aan.
OPMERKING
• Als de accu of acculader normaal functio-
neert, geven de indicatielampjes voor de ac-
cucapaciteit de resterende accucapaciteit
aan.
• Als er verschillende fouten optreden, wordt
alleen de laatste fout weergegeven.
• Ongeacht of de acculader is aangesloten,
hebt u toegang tot de foutdiagnosemodus.
–
+
ELEC
optreedt
terwijl
de
zullen
de
" 1 voor de accu-