De scannerfunctie gebruiken
Geavanceerde scaninstellingen
v Het scanformaat opgeven
U kunt het scanformaat aan de hand van het formaat van het huidige origineel opgeven.
1. Druk op de toets [Verklein./Vergrot.] of op [Scanform].
2. Druk op de toetsen [ ][ ] om het formaat van het origineel te selecteren en druk vervolgens
op [OK]. Raadpleeg de Gebruikershandleiding als u een aangepast scanformaat wilt opgeven.
v De beelddichtheid aanpassen
U kunt de beelddichtheid voor de huidige taak aanpassen.
1. Druk op de toets [Dichtheid].
2. Druk op de toetsen [ ][ ] om het gewenste dichtheidsniveau te selecteren en druk
vervolgens op [OK].
(Lichtste)
v De resolutie opgeven
U kunt de scanresolutie voor de huidige taak opgeven.
1. Druk op de toets [Beeldkwaliteit].
2. Druk op de toetsen [ ][ ][ ][ ] om de gewenste resolutie te selecteren en druk
vervolgens op [OK].
• Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor meer informatie over de scannerfunctie en informatie
over het scannen van originelen vanaf een computer (TWAIN-scannen).
• Raadpleeg de Gebruikershandleiding als u de standaardinstellingen van het apparaat wilt
wijzigen.
18
(Donkerste)