4.12 SLEPEN IN NOODGEVALLEN
GEVAAR – VOERTUIG/MACHINE ONBESTUURBAAR. DE MACHINE HEEFT BIJ HET
SLEPEN GEEN REMMEN. HET SLEEPVOERTUIG MOET DE MACHINE TE ALLEN TIJDE
ONDER CONTROLE KUNNEN HOUDEN. SLEPEN OP VERKEERSWEGEN NIET
TOEGESTAAN. NALATEN DEZE INSTRUCTIES TE VOLGEN KAN ERNSTIG OF DODELIJK
LETSEL TOT GEVOLG HEBBEN.
MAXIMALE SLEEPSNELHEID 8 KM/U (5 MPH)
MAXIMALE HELLING VOOR SLEPEN 25%.
SLEEP DE MACHINE NIET TERWIJL DE MOTOR DRAAIT OF DE AANDRIJFNAVEN
INGESCHAKELD ZIJN.
1. De giek inschuiven, omlaag brengen en in de rijstand zetten;
de draaischijf vergrendelen.
2. Schakel de aandrijfnaven uit door de uitschakeldop om te
keren.
3123569
AANDRIJF-
NAAF
AANDRIJF-
NAAF
Figuur 4-5. Uitschakelnaaf aandrijving
3. Schakel na het slepen de aandrijfnaven weer in door de
uitschakeldop om te keren.
– JLG Hoogwerker –
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING
UITSCHA-
KELDOP
Aandrijfnaaf
ingeschakeld
UITSCHA-
KELDOP
(OMGEKEERD)
Aandrijfnaaf
uitgeschakeld
4-13