HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING
4.4
RIJDEN
OPMERKING:
Wanneer de bovengiek ongeveer 11 graden boven de
horizontale stand wordt geheven, komt de hoge
versnelling automatisch in de lage versnelling.
OPMERKING:
Zie de tabel met bedrijfsspecificaties voor de nominale
waarden voor hellingshoek en dwarshelling.
Alle
nominale
dwarshelling zijn erop gebaseerd dat de giek van de
machine in de opbergstand staat en volledig
neergelaten en ingeschoven is.
Rijden wordt beperkt door twee factoren:
1. Hellingshoek, het hellingspercentage dat de machine kan
klimmen.
2. Dwarshelling, de hoek van de helling waarlangs de machine
kan rijden.
4-6
waarden
voor
hellingshoek
– JLG Hoogwerker –
RIJD ALLEEN MET DE GIEK BOVEN DE HORIZONTALE STAND OP EEN VLAKKE, STEVIGE
EN HORIZONTALE ONDERGROND.
OM DE MACHT OVER DE MACHINE NIET TE VERLIEZEN EN TE VOORKOMEN DAT DEZE
OMKANTELT, MAG DE MACHINE NIET OP HELLINGEN RIJDEN DIE STEILER ZIJN DAN OP
HET SERIENUMMERPLAATJE IS AANGEGEVEN.
ZORG DAT DE DRAAISCHIJFVERGRENDELING IS INGESCHAKELD VOORDAT U
en
LANGDURIG GAAT RIJDEN.
RIJD NIET DWARS OP HELLINGEN DIE STEILER ZIJN DAN 5 GRADEN.
WEES UITERST VOORZICHTIG WANNEER U ACHTERUIT RIJDT EN STEEDS WANNEER
HET PLATFORM IS GEHEVEN.
CONTROLEER VOORDAT U GAAT RIJDEN OF DE GIEK ZICH BOVEN DE ACHTERAS
BEVINDT. ALS DE GIEK ZICH BOVEN DE VOORWIELEN BEVINDT, WERKEN DE STUUR-
EN RIJHENDELS OMGEKEERD.
3123569