Installatie van de binneneenheid met menger voor externe bijverwarming (AWBS)
9.4
Elektrische aansluiting van de externe bijverwar-
ming
Bij gebruik van een externe bijverwarming met menger zijn enkele extra
aansluitingen en instellingen nodig.
9.4.1
Alarmsignaal voor externe bijverwarming
Bij externe bijverwarming met menger het alarmsignaal (indien aanwe-
zig) op de installatiemodule van de binneneenheid op klem FM0 aanslui-
ten (schakelschema afb. 27).
Wanneer op de bijverwarming met menger geen 230 V-alarmuitgang
aanwezig is, FM0 conform alternatief [1b] aansluiten (schakelschema
afb. 27).
9.4.2
Startsignaal voor externe bijverwarming
Voor de uitgang EM0 (schakelschema afb. 26) geldt het volgende:
▶ Maximale last op 230 Volt-signaaluitgang: 2 A, cos> 0,4.
▶ Bij een hogere last moet een koppelrelais worden geïnstalleerd (niet
meegeleverd).
▶ Wanneer voor de externe bijverwarming een potentiaalvrij contact
nodig is, moet een koppelrelais worden geïnstalleerd (niet meegele-
verd).
Het mengventiel opent niet direct na het activeren van de externe bijver-
warming. De vertraging kan op de bedieningseenheid worden ingesteld
(handleiding van de bedieningseenheid).
Het kan gebeuren, dat de externe bijverwarming meerdere keren start
en stopt. Dat is normaal. Wanneer vanwege te korte looptijden proble-
men aan de externe bijverwarming ontstaan, dan kan een parallelle buf-
ferboiler in de aanvoer/retour van de externe bijverwarming de looptijd
verlengen. Neem contact op met de leverancier van de externe bijver-
warming voor meer informatie.
9.4.3
0 tot 10 V-aansturing voor externe bijverwarming
Bij bepaalde externe bijverwarmingen (elektrische bijverwarmingen en
modulerende cv-ketel) is een vermogensregeling via een 0 tot 10 V-sig-
naal mogelijk. Deze wordt in dit geval op de uitgang EMO 0–10 V aange-
sloten (zie afb. 20).
Afb. 20 0 tot 10 V-aansturing voor externe bijverwarming
9.4.4
Magneetventiel voor de externe bijverwarming met debiet-
regeling
Bij gebruik van een externe bijverwarming met debietbewaking (hoofd-
zakelijk wandhangende gasketels met gering watervolume) moet in de
aanvoerleiding naar de externe bijverwarmings een magneetventiel wor-
den geïnstalleerd.
Het magneetventiel moet zodanig worden geïnstalleerd, dat:
• de start van de circulatiepomp van de ketel het ventiel opent
• het stoppen van de circulatiepomp van de ketel het ventiel sluit
22
Afhankelijk van de gevoeligheid van de debietregeling kan ook een snel
motorventiel worden gebruikt om schakelgeluiden te vermijden.
Ketels zonder debietregeling (zoals bijv. vloerstaande ketels) hebben
deze functie niet nodig.
9.4.5
Het mengventiel VM0 wordt door signalen van aansluiting 63 geopend
en door signalen op aansluiting 62 op de verbindingsklem VM0 gesloten
(afb. 25).
6 720 809 064-37.2I
Mengventiel (VM0) geopend/gesloten
Compress 3000 – 6 720 822 308 (2017/11)