9.3
Vullen cv-installatie
CV-systeem eerst uitspoelen. Wanneer de boiler op het systeem is aan-
gesloten, moet deze met water worden gevuld.
Vul daarna het cv-systeem.
1
Afb. 19 Binneneenheid met externe bijverwarming en verwarmingssysteem
[Z1] Verwarmingssysteem (zonder mengventiel)
[1]
Externe bijverwarming
[2]
Warmtepomp, buiteneenheid
[PC0] Warmtedragerpomp
[VC2] Aftapkraan
[VC3] Ventielen naar cv-installatie
[VL1] automatische ontluchter
[GC1]Manometer
[SC1] Vuilfilter
[VW2]Vulventiel
Zie afb. 19:
1. Onderbreek de elektrische voedingsspanning voor de warmtepomp
en binneneenheid.
2. Activeer de automatische ontluchting van VL1, door de schroef een
paar slagen los te draaien, zonder deze volledig te verwijderen.
3. Slang met de aftapkraan VC2 van het verwarmingssysteem verbin-
den.
Compress 3000 – 6 720 822 308 (2017/11)
Installatie van de binneneenheid met menger voor externe bijverwarming (AWBS)
PC1
VL1
VC3
GC1
M
9.3.1
Buiteneenheid en binneneenheid vullen
Na het vullen de installatie grondig ontluchten en het
luchtfilter reinigen.
▶ Vul de installatie conform deze handleiding.
▶ Voer de elektrische aansluitingen van de installatie
uit conform hoofdstuk 9.4.
▶ Neem de installatie in bedrijf conform de handleiding
van de bedieningseenheid.
▶ Ontlucht de installatie conform hoofdstuk 11.
▶ Reinig het luchtfilter conform hoofdstuk 14.1.
VC1
VC2
T
T
PC0
SC1
2
VW2
4. Ventiel VC3, aftapkraan VC2 en vulventiel VW2 openen, om het ver-
warmingssysteem te vullen.
5. Ga door met water vullen, tot alleen nog water uit de slang van de af-
voer komt.
6. Aftapkraan VC2 sluiten.
7. Verder vullen, tot de drukweergave GC1 2 bar aangeeft.
8. Externe bijverwarming ontluchten volgens de instructies.
9. Vulventiel VW2 sluiten.
10.Slang van VC2 verwijderen.
11.hoofdstuk 11.
Z1
6 720 814 464-10.3I
21