Hoofdonderdelen
Voer in de lijst met codes voor verkort kiezen een tweecijferige code in om een gewenste bestemming te
selecteren.
(13)
Knop Zwart
Hiermee stelt u in dat er in zwart-wit moet worden afgedrukt, gekopieerd, gescand, gefaxt, enzovoort.
(14)
Knop Stoppen
Hiermee annuleert u actieve afdruktaken, verzendbewerkingen en scantaken.
(15)
Knop Kleur
Hiermee stelt u in dat er in kleur moet worden afgedrukt, gekopieerd, gescand, gefaxt, enzovoort.
(16)
Knop Handsfree
Hiermee verbindt u de telefoonlijn of verbreekt u de verbinding.
(17)
Knop Toon
In de faxmodus schakelt u hiermee tijdelijk naar toonkiezen. Verder wordt deze knop gebruikt om nummers
te kiezen met de numerieke toetsen en wijzigt u hiermee de invoermodus tijdens het invoeren van tekens.
In de geheugenkaartmodus kunt u hiermee een deel van een foto bijsnijden (trimmen).
Knop Dubbelzijdig
(18)
Hiermee geeft u de instellingen op voor dubbelzijdig kopiëren.
(19)
Knoppen
Hiermee bladert u door menuselecties en verhoogt/verlaagt u instellingswaarden, zoals het aantal kopieën.
U kunt deze knoppen gebruiken wanneer
weergegeven op het LCD-scherm. Daarnaast kunt u met de knop
en kunt u met de knop
(20)
Knop OK
Hiermee selecteert u een menu of instelling. Zie
Hiermee verhelpt u fouten wanneer een afdruktaak wordt uitgevoerd of hervat u de normale werking van
het apparaat nadat u vastgelopen papier hebt verwijderd of documenten hebt verwijderd die zich nog in de
ADF bevonden.
(21)
Knop Terug
Hiermee worden bewerkingen geannuleerd en wordt het LCD-scherm teruggezet naar het vorige scherm.
(22)
Knop Wijzig weergave
Hiermee wijzigt u in de geheugenkaartmodus de weergave naar volledig scherm of naar de weergave met
vier beelden.
(23)
Knoppen Snelkiezen
Hiermee kiest u vooraf geregistreerde fax-/telefoonnummers of groepen met één handeling.
(24)
In gebruik/geheugenlampje
Knippert tijdens het verzenden en ontvangen van faxen en brandt als er documenten zijn opgeslagen in het
apparaatgeheugen.
(25)
Alarmlampje
Dit lampje brandt of knippert in de kleur oranje als er een fout optreedt (het papier of de inkt is bijvoorbeeld
op).
Opmerking
Het apparaat maakt piepgeluiden als er knoppen op het bedieningspaneel worden ingedrukt.
Zie
Apparaatinstellingen
(omhoog)
(omlaag)
(omhoog),
(rechts) een spatie invoeren tussen tekens tijdens de invoer van tekens.
Navigeren door de menu's op het LCD-scherm
als u het piepvolume wilt wijzigen.
(links)
(rechts)
(omlaag),
(rechts) en
(links) een ingevoerd teken annuleren
Pagina 13 van 1043 pagina's
(links) worden
.
Naar boven