Download Print deze pagina

Canon MX860 Series Online Handleiding pagina 1012

Advertenties

Kan niet communiceren met het apparaat/Kan niet afdrukken vanaf ...
Kan niet communiceren met het apparaat via het netwerk
Controle 1: Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
Controle 2: Zorg dat de LAN-kabel correct is aangesloten als u gebruikt maakt
van bekabeld LAN.
Controle 3: Wanneer u draadloos LAN gebruikt, zorgt u dat de
netwerkinstellingen van het apparaat overeenkomen met die van het
toegangspunt.
Raadpleeg de handleiding die bij uw toegangspunt is geleverd of neem contact op met de
fabrikant om de instellingen van het toegangspunt te controleren en vervolgens de
instellingen van het apparaat aan te passen.
Een WEP-/WPA-/WPA2-sleutel instellen
Controle 4: Wanneer u een draadloos LAN gebruikt, zorgt u dat het apparaat
niet te ver van het toegangspunt is geplaatst.
Het toegangspunt bevindt zich binnen het effectieve bereik voor draadloze communicatie.
Plaats het apparaat binnen een straal van 50 m van het toegangspunt.
Controle 5: Zorg dat er geen belemmeringen zijn wanneer u draadloos LAN
gebruikt.
Draadloze communicatie tussen verschillende kamers of verschillende verdiepingen is over
het algemeen gebrekkig. Pas de locaties van de apparaten aan.
Controle 6: Als u draadloos LAN gebruikt, zorgt u dat er geen stoorfactoren voor
radiogolven in de buurt zijn.
Het kan zijn dat een apparaat zoals de magnetron dezelfde frequentieband gebruiken als het
draadloze station. Plaats de draadloze apparaten zo ver mogelijk weg van de bron van de
storing.
Controle 7: Zorg dat de netwerkinstellingen van de computer correct zijn.
Raadpleeg de handleiding van uw netwerkapparaat of neem contact op met de fabrikant om
het netwerkapparaat te verbinden met de computer en in te stellen.
Controle 8: Zorg dat de status van de radiogolven goed is en pas de
installatieposities aan terwijl u de status van de radiogolven in de gaten houdt
met de Canon IJ Network Tool.
Status draadloos LAN controleren
Controle 9: Zorg dat een geldig draadloos kanaal wordt gebruikt.
Het draadloze kanaal dat u wilt gebruiken kan beperkt zijn, afhankelijk van de draadloze
netwerkapparaten die geïnstalleerd zijn op deze computer. Raadpleeg de handleiding die bij
uw computer of draadloos netwerkapparaat is geleverd om een geldig draadloos netwerk op
te geven.
Controle 10: Zorg dat het kanaal dat is ingesteld voor het toegangspunt geldig is
voor communicatie met de computer, en bevestigd met Controle 9.
Wijzig, wanneer dit niet het geval is, het kanaal voor het toegangspunt.
Controle 11: Zorg dat de firewall van de beveiligingssoftware is uitgeschakeld.
Als de firewallfunctie van uw beveiligingssoftware is ingeschakeld, wordt wellicht een bericht
weergegeven dat Canon-software probeert toegang te krijgen tot het netwerk. Als de
waarschuwing wordt weergegeven, stelt u de beveiligingssoftware zo in dat toegang altijd
wordt toegestaan.
Als u programma's gebruikt die de netwerkomgeving wijzigen controleert u de instellingen.
Sommige programma's zullen standaard een firewall inschakelen.
Controle 12: Wanneer u een router gebruikt, sluit u de printer en de computer
aan op de LAN-kant (zelfde netwerk segment).
Voor plaatsing:
Zorg dat er geen barrières of obstakels tussen het toegangspunt en het apparaat zitten
wanneer u een draadloos LAN gebruikt
Pagina 1012 van 1043 pagina's

Advertenties

loading