5
Selecteer zo nodig de schakelaar om het gegevensscherm in
te schakelen.
6
Selecteer
.
7
Selecteer een gegevensveld om het te wijzigen.
Waarschuwingen
U kunt waarschuwingen instellen voor elke activiteit om u te
helpen specifieke doelen te bereiken. Sommige
waarschuwingen zijn alleen beschikbaar voor specifieke
activiteiten.
Bereikwaarschuwingen instellen
Een bereikwaarschuwing wordt afgegeven telkens wanneer het
toestel een waarde meet die boven of onder een opgegeven
waardenbereik ligt. Als het toestel bijvoorbeeld is voorzien van
een optionele hartslagmeter, kunt u het toestel waarschuwingen
laten geven als uw hartslag onder zone 2 of boven zone 5 komt
(Uw hartslagzones instellen, pagina
1
Selecteer de actieknop.
2
Selecteer een activiteit.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle
activiteiten.
3
Selecteer
> Alarmen > Voeg nieuw toe.
4
Selecteer het type waarschuwing.
Afhankelijk van uw accessoires kunt u waarschuwingen
instellen voor hartslag, tempo, snelheid en cadans.
5
Schakel indien nodig de waarschuwing in.
6
Selecteer een zone of voer een waarde in voor elke
waarschuwing.
Telkens als u boven of onder het opgegeven bereik komt, wordt
een bericht weergegeven. Het toestel trilt ook als het trilsignaal
is ingeschakeld
(Systeeminstellingen, pagina
Een terugkerende waarschuwing instellen
Een terugkerende waarschuwing wordt afgegeven telkens
wanneer het toestel een opgegeven waarde of interval
registreert. U kunt bijvoorbeeld instellen dat het toestel u elke 30
minuten waarschuwt.
1
Selecteer de actieknop.
2
Selecteer een activiteit.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle
activiteiten.
3
Selecteer
> Alarmen > Voeg nieuw toe.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer Aangepast, selecteer een bericht en selecteer
een type waarschuwing.
• Selecteer Tijd of Afstand.
5
Voer een waarde in.
Telkens als u de opgegeven waarde voor een waarschuwing
bereikt, wordt een bericht weergegeven. Het toestel trilt ook als
het trilsignaal is ingeschakeld
pagina
10).
Looppauze-waarschuwingen instellen
In bepaalde hardloopprogramma's worden regelmatige
looppauzes ingelast. Tijdens een lange training kan het toestel u
bijvoorbeeld waarschuwen om na vier minuten hardlopen steeds
één minuut gewoon te lopen. Auto Lap
normale manier wanneer u gebruikmaakt van de hardloop/loop-
waarschuwingen.
1
Selecteer de actieknop.
2
Selecteer een activiteit.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle
activiteiten.
3
Selecteer
> Alarmen > Voeg nieuw toe.
Uw toestel aanpassen
7).
10).
(Systeeminstellingen,
®
functioneert op de
4
Selecteer Ren/Loop.
5
Voer een tijd in voor het hardloop-interval.
6
Voer een tijd in voor het loop-interval.
Telkens als u de opgegeven waarde voor een waarschuwing
bereikt, wordt een bericht weergegeven. Het toestel trilt ook als
het trilsignaal is ingeschakeld
pagina
10).
Auto Lap
Ronden markeren
U kunt uw toestel instellen om de Auto Lap functie te gebruiken,
waarmee na een bepaalde afstand automatisch een ronde wordt
vastgelegd, of u kunt uw ronden handmatig vastleggen. Dit is
handig als u uw prestaties tijdens verschillende gedeelten van
een activiteit wilt vergelijken (bijvoorbeeld elke 1 mijl of 5 km).
1
Selecteer de actieknop.
2
Selecteer een activiteit.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle
activiteiten.
3
Selecteer
> Ronden.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer de schakelaar Auto Lap om de functie Auto Lap
in te schakelen.
• Selecteer de schakelaar Lap-toets om
voor het vastleggen van een ronde tijdens een activiteit.
TIP: U kunt
selecteren en een aangepaste afstand
invoeren als de functie Auto Lap is ingeschakeld.
Telkens wanneer u een ronde voltooit, wordt er een bericht
weergegeven met de rondetijd. Het toestel trilt ook als het
trilsignaal is ingeschakeld
(Systeeminstellingen, pagina
U kunt indien nodig de gegevensschermen aanpassen en extra
rondegegevens laten weergeven
aanpassen, pagina
8)..
Gebruik van Auto Pause
U kunt Auto Pause gebruiken om de timer automatisch te
onderbreken als u stopt met bewegen of wanneer uw tempo of
snelheid onder de opgegeven waarde komt. Dit is handig als er
verkeerslichten of andere plaatsen voorkomen in uw activiteit
waar u uw snelheid moet verlagen of moet stoppen.
OPMERKING: De geschiedenis wordt niet vastgelegd wanneer
de timer is gestopt of gepauzeerd.
1
Selecteer de actieknop.
2
Selecteer een activiteit.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle
activiteiten.
3
Selecteer
> Auto Pause.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer Zodra gestopt om de timer automatisch te
onderbreken wanneer u stopt met bewegen.
• Selecteer Tempo om de timer automatisch te pauzeren
wanneer uw tempo onder een bepaalde waarde komt.
• Selecteer Snelheid om de timer automatisch te pauzeren
wanneer uw snelheid onder een bepaalde waarde komt.
Auto Scroll gebruiken
Met deze functie voor automatisch bladeren doorloopt u
automatisch alle schermen met trainingsgegevens terwijl de
timer loopt.
1
Selecteer de actieknop.
2
Selecteer een activiteit.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle
activiteiten.
3
Selecteer
> Auto Scroll.
(Systeeminstellingen,
te gebruiken
(Gegevensschermen
®
10).
9