Pagina
54
1
Stap 1
Gebruik de MENU knoppen om de functie ‚Temperament' te kiezen.
11 Temperament
= Equal(P.only)
Het gekozen temperamenttype wordt in de tweede regel van de display aangegeven.
Stap 2
Met de VALUE knoppen kunt u het gewenste temperamenttype instellen.
Equal Temperament
11 Temperament
= Equal(P.only)
Pure Temperament <major>
11 Temperament
= Pure(Major)
Equal Temperament
11 Temperament
= Equal
Stap 3
Wanneer u de instelling heeft gedaan, kunt u het menu door het indrukken van een van de SOUND SELECT
knoppen verlaten.
6
VALUE knoppen
Pure Temperament <minor>
11 Temperament
= Pure(minor)
Equal Temperament (fl at)
11 Temperament
= Equal(Flat)
Nadat u het gewenste temperamenttype heeft uitgekozen, leest u het hoofdstuk ‚12) Key of Temperament (toonsoort)'
(pag. 55), want het kan nodig zijn om de grondtoon nog in te stellen.
De fabrieksinstelling voor het temperamenttype is ‚Equal Temperament (piano)'. Bij ieder opnieuw inschakelen wordt
deze instelling actief.
Met de User Memory functie (pag. 63) kunt u uw instelling van het temperamenttype opslaan. In dit geval blijft de
instelling ook bij het opnieuw inschakelen behouden.
2
Pythagorean Temperament
11 Temperament
= Pythagorean
Kirnberger III Temperament
11 Temperament
= Kirnberger
Meantone Temperament
11 Temperament
= Meantone
Werckmeister III Temperament
11 Temperament
= Werckmeister