Werking
5.
Beweeg de hendel zoals getoond om de
motorkap te vergrendelen. OPGELET:
Als de motorkap niet correct wordt
geïnstalleerd, kan er water onder de
kap terechtkomen en de motor be-
schadigen, of kan de motorkap weg-
vliegen bij hoge snelheden.
Controleer na de motorkap te hebben aan-
gebracht of ze goed op haar plaats zit door
er met twee handen op te duwen. Als de mo-
torkap los zit, dient u ze te laten herstellen
door uw Yamaha-dealer.
DMU34581
Trim- en
kantelbekrachtigingssysteem
DWM01930
WAARSCHUWING
Kom nooit onder het staartstuk als het
●
gekanteld is, zelfs niet als de kantel-
steunhendel vergrendeld is. Als de bui-
tenboordmotor per ongeluk valt, kunt u
39
ernstig gewond raken.
Er kunnen lichaamsdelen worden ver-
●
pletterd tussen de motor en de klem-
beugel
getrimd of gekanteld.
Ga na of er zich niemand in de buurt
●
van de buitenboordmotor bevindt alvo-
[DCM01990]
rens deze controle uit te voeren.
1.
Controleer de trim- en kantelbekrachti-
gingseenheid op tekenen van olielek-
ken.
ZMU06115
1. Trim- en kantelstang
2.
Bedien alle trim- en kantelbekrachti-
gingsschakelaars om na te gaan of al de
schakelaars werken.
3.
Kantel de buitenboordmotor naar boven
en controleer of de trim- en kantelstang
volledig naar buiten wordt geduwd.
4.
Controleer of de trim- en kantelstang vrij
is van roest of andere gebreken.
ZMU02068
5.
Kantel de buitenboordmotor naar bene-
den. Ga na of de trim- en kantelstang
soepel werkt.
DMU36581
Accu
Ga na of de accu in goede staat verkeert en
volledig geladen is. Ga na of de accu-aan-
sluitingen zuiver en stevig bevestigd zijn en
of ze bedekt zijn met isolatiekappen. De
elektrische contacten van de accu en de ka-
wanneer
de
1
motor
wordt
ZMU02828