gelijk niet accuraat.
2.
Verwijder de motorkap.
3.
Verwijder de oliepeilstok en veeg hem
schoon.
4.
Schroef de peilstok in de motor en ver-
wijder hem vervolgens opnieuw. Zorg
ervoor dat u de peilstok volledig in de
peilstokgeleiding steekt, anders zal de
oliepeilmeting niet correct zijn.
5.
Controleer het oliepeil met de peilstok
om na te gaan of het peil tot ergens tus-
sen de bovenste en de onderste peil-
markering komt. Vul olie bij als het
oliepeil slechts tot onder de onderste
markering reikt, of tap olie af als het peil
tot boven de bovenste markering reikt.
1. Oliepeilstok
1
3
1. Merkteken laagste peil
2. Oliepeilstok
3. Merkteken hoogste peil
[DCM01790]
1
ZMU02833
2
ZMU02082
DMU27151
Motor
Controleer de motor en ga na of hij goed
●
gemonteerd werd.
Controleer op losse of beschadigde be-
●
vestigingsmiddelen.
Controleer de propeller op beschadigin-
●
gen.
Controleer op olielekken.
●
DMU36490
Doorspoelplug
Ga na of het tuinslangkoppelstuk van de
doorspoelplug stevig op het hulpstuk op de
onderkap is geschroefd. OPGELET: Wan-
neer de doorspoelplug niet correct werd
aangesloten, kan er koelwater weglopen
waardoor de motor oververhit kan raken
tijdens het varen.
2
1
1. Fitting
2. Doorspoelplug
DMU36952
Motorkap installeren
1.
Zorg ervoor dat een motorkapvergren-
delhendel is ontgrendeld.
2.
Vergewis u ervan dat de rubberen dich-
ting overal correct zit.
3.
Plaats de kap op de dichting.
4.
Controleer of de rubberen dichting cor-
rect zit over de volledige omtrek van de
motor.
Werking
[DCM01800]
ZMU06046
38