section
Overige instellingen
10 .
Temperament (temperatuur)
De ES100 beschikt niet alleen over de zog . gelijkzwevende temperatuur die tegenwoordig algemeen gebruikelijk
is, maar ook over meerdere oudere temperaturen die tijdens de renaissance en de barok werden gebruikt .
Probeer de verschillende temperaturen uit om interessante effecten te bereiken of composities uit die tijd
origineel te spelen .
* Deze instelling heeft invloed op alle klanken.
Beschikbare types
Temperatuurtypes
Equal Temperament (piano)
(Equal P.only)
Pure Temperament
(Pure Major/Pure Minor)
Pythagorean Temperament
(Pythagorean)
Meantone Temperament
(Meantone)
Werckmeister III Temperament
(Werkmeister)
Kirnberger III Temperament
(Kirnberger)
Temperatuur instelling kiezen
Houd een van de soundknoppen ingedrukt en druk dan de toets die met het gewenste Temperament type overeenkomt.
* Een verandering van deze instelling blijft zo lang bewaard, tot het instrument wordt uitgeschakeld.
36
Uitleg
Dit is de standaardinstelling. Wanneer een pianoklank is gekozen, wordt automatisch deze
gelijkzwevende getempereerde stemming gekozen (Equal temperament).
* Wanneer een andere klank is ingesteld, wordt automatisch de reine getempereerde stemming
(Flat) gekozen.
Deze temperatuur, waarbij storende dissonanten bij tertsen en kwinten worden verwijderd,
is ook tegenwoordig nog gebruikelijk in de koormuziek. Wanneer u deze temperatuur kiest,
moet u de toonsoort waarin u wilt spelen zeer zorgvuldig kiezen, aangezien modulaties tot
dissonanten leiden.
* De toonsoort van deze temperatuur moet correct worden ingesteld.
Bij deze temperatuur worden mathematische verhoudingen ingezet om de dissonanten
bij kwinten te verwijderen. Dit leidt tot problemen bij akkoorden, maar er worden zeer
attractieve melodielijnen bereikt.
Bij deze temperatuur wordt een middentoon tussen een hele en een halve toon gebruikt om
dissonanten bij tertsen te verwijderen. Ze werd ontwikkeld om het ontbreken van consonanten
bij bepaalde kwinten van de reine Mersenne-temperatuur te compenseren.
Daarbij worden akkoorden geproduceerd die beter klinken dan bij de gelijkzwevende
temperatuur.
Deze beide temperaturen liggen tussen de middentoons en de stemming van Pythagoras.
Bij toonsoorten met weinig voortekens leveren ze de welklinkende akkoorden van de
middentoons stemming, maar nemen de dissonanten bij een stijgend aantal voortekens toe,
zodat dan de attractieve melodielijnen van de stemming van Pythagoras mogelijk worden.
Beide temperaturen zijn door hun bijzondere eigenschappen het beste voor barokmuziek
geschikt.
temperatuur
Bovenste toets