Inhoudsopgave
Advertenties
Gain (versterking)
Q
(Bandbreedte)
5 Control
Assign 1 Value (waarde van Assign 1)
Assign 2 Value (waarde van Assign 2)
6 Effect
Deze display kan worden opgeroepen door op de [EFFECT]-knop op het bedieningspaneel te drukken en deze ingedrukt te houden.
1 Chorus To Reverb
2 Chorus Return
3 Chorus Pan
4 Reverb Return
5 Reverb Pan
6 Chorus
7 Reverb
8 Master
Effectparameters
Switch (schakelaar)
Category
Type
Preset
Effect Parameter 1 – 16
Hiermee bepaalt u de niveauversterking van de frequentie (hierboven ingesteld), of de mate waarin
de geselecteerde frequentieband wordt verzwakt of versterkt.
Instellingen: -12,00 dB – +0,00 dB – +12,00 dB
Hiermee brengt u variatie in het signaalniveau aan
van de frequentie-instelling, zodat uiteenlopende
karakteristieken van de frequentiecurve worden ver-
kregen. Hoe hoger de instelling hoe kleiner de band-
breedte. Hoe lager de instelling, hoe groter de
bandbreedte.
Instellingen: 0,1 – 12,0
Als de Shape-parameters van Low en High
OPMERKING
zijn ingesteld op 'shelv', zijn de 'Q'-parameters
van Low en High niet beschikbaar.
Hiermee bepaalt u de offsetwaarde waarmee de functies, die aan knoppen Assign 1/2 zijn toegewe-
zen, ten opzichte van hun originele instellingen zullen worden verschoven. Elke parameter kan
rechtstreeks via de draaiknop worden gewijzigd.
Instellingen: -64 – +0 – +63
De functies die aan de knoppen Assign 1/2 zijn toegewezen, kunnen worden ingesteld bij 'Ctrl Set 1 – 6
OPMERKING
Src' (pagina 71) van de display Control.
6
1
2
3
7
4
5
Bepaalt het zendniveau van het signaal dat van het chorus- naar het reverbeffect wordt verzonden.
Hoe hoger de waarde, hoe dieper de reverb die wordt toegepast op het door de chorus bewerkte
signaal.
Instellingen: 0 – 127
Bepaalt het retourniveau van het choruseffect.
Instellingen: 0 – 127
Bepaalt de panpositie van het choruseffectgeluid.
Instellingen: L63 (uiterst links) – C (midden) – R63 (uiterst rechts)
Bepaalt het retourniveau van het reverbeffect.
Instellingen: 0 – 127
Bepaalt de panpositie van het reverbeffectgeluid.
Instellingen: L63 (uiterst links) – C (midden) – R63 (uiterst rechts)
Als de cursor zich hier bevindt, roept drukken op de [ENTER]-knop of encoderknop de display
Effect Parameter op.
Deze parameter is alleen voor mastereffect beschikbaar.
Instellingen: off, on
In de kolom Category kunt u een van de effectcategorieën selecteren, die elk soortgelijke effectty-
pen bevatten. In de kolom Type kunt u een van de effecttypen selecteren die in de geselecteerde
categorie staat vermeld.
Instellingen: Raadpleeg voor meer informatie over de effectcategorieën en de effecttypen pagina 59.
De 'Category' wordt niet in de parameterdisplay voor het reverbeffect en mastereffect bewerkt, omdat er
OPMERKING
is maar één reverb- en mastercategorie is.
Hiermee kunt u voorgeprogrammeerde instellingen voor elk effecttype oproepen, die zijn ontworpen
voor gebruik bij speciale toepassingen en situaties.
Raadpleeg voor meer informatie over 'Preset'-instellingen, het afzonderlijke boekje Data List.
OPMERKING
De effectparameter verschilt, afhankelijk van het momenteel geselecteerde effecttype. Raadpleeg
voor meer informatie over de effectparameters pagina 61. Raadpleeg voor informatie over de para-
meters van elk effecttype het afzonderlijke boekje Data List.
+
0
–
8
MOTIF-RACK XS-gebruikershandleiding
Multi-modus
0,1
12,0
Frequentie
Frequentie
93
Advertenties
Inhoudsopgave
