2-11
Temperament (temperatuur)
De CN35 beschikt niet alleen over de zog. gelijkzwevende temperatuur die tegenwoordig algemeen gebruikelijk is,
maar ook over meerdere oudere temperaturen die tijdens de renaissance en de barok werden gebruikt. Probeer de
verschillende temperaturen uit om interessante effecten te bereiken of composities uit die tijd origineel te spelen.
U kunt ook een eigen temperatuur creëren.
Beschikbare types
Temperatuurtypes
Equal Temperament
(Equal)
Pure Temperament
(Pure Major/Pure Minor)
Pythagorean Temperament
(Pythagorean)
Meantone Temperament
(Meantone)
Werckmeister III Temperament
(Werkmeister)
Kirnberger III Temperament
(Kirnberger)
User Temperament
(User1/2)
1. Temperatuur instelling kiezen
Wanneer u zich in het Virtual Technician menu bevindt (vanaf pag.
87):
Met de of MENU knoppen kunt u de temperatuur instelling
kiezen.
2. Temperatuur type kiezen
Met de of VALUE knoppen kunt u een gewenst temperatuur
type kiezen.
* De gekozen instelling blijft behouden tot het instrument wordt
uitgeschakeld.
* Favoriete Temperament type instellingen kunt u voor altijd op
registratie geheugenplaatsen opslaan en op een willekeurig later
tijdstip eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt
u op pag. 32 van deze gebruikershandleiding.
3. Temperatuur instelling verlaten
Druk de MENU knoppen en gelijktijdig om de temperatuur
instelling te verlaten en weer in het hoofdmenu terug te keren.
Uitleg
Dit is de tegenwoordig populairste stemming, die de toonladder in 12 halve tonen met exact dezelfde
afstand indeelt. Dit veroorzaakt steeds dezelfde halve toonsafstanden. De expressiviteit van deze
stemming is evenwel beperkt en geen enkel accoord klinkt zuiver.
Deze temperatuur, waarbij storende dissonanten bij tertsen en kwinten worden verwijderd, is ook
tegenwoordig nog gebruikelijk in de koormuziek. Wanneer u deze temperatuur kiest, moet u de toonsoort
waarin u wilt spelen zeer zorgvuldig kiezen, aangezien modulaties tot dissonanten leiden.
* De toonsoort van deze temperatuur moet correct worden ingesteld.
Bij deze temperatuur worden mathematische verhoudingen ingezet om de dissonanten bij kwinten te
verwijderen. Dit leidt tot problemen bij akkoorden, maar er worden zeer attractieve melodielijnen bereikt.
Bij deze temperatuur wordt een middentoon tussen een hele en een halve toon gebruikt om
dissonanten bij tertsen te verwijderen. Ze werd ontwikkeld om het ontbreken van consonanten bij
bepaalde kwinten van de reine Mersenne-temperatuur te compenseren.
Daarbij worden akkoorden geproduceerd die beter klinken dan bij de gelijkzwevende temperatuur.
Deze beide temperaturen liggen tussen de middentoons en de stemming van Pythagoras. Bij
toonsoorten met weinig voortekens leveren ze de welklinkende akkoorden van de middentoons
stemming, maar nemen de dissonanten bij een stijgend aantal voortekens toe, zodat dan de attractieve
melodielijnen van de stemming van Pythagoras mogelijk worden.
Beide temperaturen zijn door hun bijzondere eigenschappen het beste voor barokmuziek geschikt.
U kunt uw eigen stemming door het veranderen van de toonhoogte van elke halve toonsafstand
binnen een octaaf zelf instellen.
2-11 Temperament
= Equal
2-11 Temperament
= Equal
2-11 Temperament
= Meantone
99