Inhoudsopgave
Advertenties
8. Storingen aan het product opsporen
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Alvorens te starten met het opsporen
van fouten, controleert u of de zekerin-
gen zijn verwijderd en of de hoofdscha-
kelaar is uitgeschakeld. Er moet worden
gezorgd dat de voedingsspanning niet
per ongeluk kan worden ingeschakeld.
OBS: klemmen T1 en T2 worden nor-
maal gesproken aangesloten op 220-
240 VAC. Klem I3 kan worden aange-
sloten op tot 600 VAC.
Storing
Groen signaallampje brandt niet
wanneer de pomp draait.
Geel signaallampje knippert tij-
dens het opstarten.
Geel signaallampje brandt per-
manent.
Rood signaallampje knippert.
Geel signaallampje brandt per-
manent.
Nieuwe olie weergeeft niet 4 mA
op analoge uitgang 1.
De water-in-olie sensor gaf eerst
aan dat er water in de olie zat,
maar geeft nu aan dat er minder
dan 5 % water in de olie zit.
Geel signaallamp knippert
De SM 113 kan de sensor niet
vinden.Alleen toepasbaar voor
niet-Ex applicaties met DIP-
schakelaar 10 in de stand 'OFF'.
24
Oorzaak
Geleider voor status van de
schakelaar is niet aangesloten
op klemmen K1 en K2.
Dit duidt op conflicten in de con-
figuratie-instelling. De instellin-
gen van de DIP-schakelaars zijn
onjuist.
De verbinding tussen de IO 113
en de SM 113 is onderbroken, of
de instelling van DIP-schake-
laars 1 en 2 is onjuist.
Temperatuur van motorwikkelin-
gen of lager is te hoog, of ont-
brekend signaal van lagersen-
sor.
De waarschuwingslimiet voor de
statorisolatieweerstand is te
laag.
De olie in de oliekamer is niet
volledig ververst, of is vervangen
door een ander type.
De voedingspanning naar de IO
113 is onderbroken (geweest).
• WIO-sensor is losgekoppeld.
• WIO-sensor is defect.
• Kortsluiting in WIO-sensor.
• Onjuiste configuratie (alleen
toepassingen met SM 113).
Storing in signaal van sensor.
Oplossing
Sluit de geleider aan.
Reset de DIP-schakelaars.
Herstel de verbinding of her-
configureer DIP-schakelaars 1
en 2.
Controleer verbinding met SM
113.
Stel een hogere limiet in met
de potentiometer. Zie para-
graaf
4.1
Potentiometer.
Kalibreer de IO 113 voor de
nieuwe olie, zie paragraaf
10.
Kalibratie.
Laat de pomp enige tijd
draaien en controleer
opnieuw.
Sluit de sensor opnieuw aan
of vervang de sensor.
Kies voor de SM 113 de juiste
instelling van de DIP-schake-
laars.
Herstel het signaal, bijv. door
de instelling van DIP-schake-
laar 9 te wijzigen of door de
draadverbinding van de sen-
sor naar de SM 113 te herstel-
len.
Advertenties
Inhoudsopgave
