6.3 Gebruikersinterface
1
2
T1 T2
G1 A1 G2 A2 K1 K2 R1 R2
17
D1 D2 D3 D4 D5 D6 D7 D8
16
15
14
13
ON
DIP
12
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
P1 P2 P3 P4 P5
11
Afb. 20 IO 113 module
Pos. Beschrijving
1
Klemmen voor alarmrelais
Klemmen voor analoge en digitale ingangen
2
en uitgangen
3
Klemmen voor voedingsspanning
Potentiometer voor het instellen van de
4
waarschuwingslimiet van de statorisolatie-
weerstand
Klemmen voor RS-485 voor GENIbus of
5
Modbus
6
Signaallampje voor het meten van vocht
7
Signaallampje voor statorisolatieweerstand
8
Signaallampje voor lekkage (WIO/WIA)
9
Signaallampje voor trillingen in de pomp
Klemmen voor het meten van de statorisola-
10
tieweerstand
Klemmen voor het aansluiten van pompsen-
11
soren
12
DIP-schakelaar voor configuratie
13
Signaallampje voor motortemperatuur
14
Toets om alarmmeldingen te resetten
15
Signaallampje voor draaiende motor
16
Signaallampje voor service
17
Klemmen voor digitale uitgangen
3
PE
4
5
A Y B
6
7
8
9
I1 I2 I3
10
6.4 Signaallampjes en hun functie
Aan de voorzijde heeft de IO 113 7 signaallampjes
voor sensorstatus. Figuur
lampjes op de IO 113 en in de tabel wordt hun bete-
kenis uitgelegd.
16
15
14
13
Afb. 21 Signaallampjes op IO 113
21
toont de locatie van de
6
7
8
9
17