≥ Tijdens het fotograferen van panoramafoto's is de zoomfunctie
uitgeschakeld.
≥ Als u een film opneemt terwijl [PANORAMA] op
(360e PANORAMA) of
zoombedieningen tijdens de opname beschikbaar maar het zoomen
zal automatisch gestopt worden als u de opname stopt.
≥ De panoramafoto die gemaakt gaat worden, zal smaller zijn dan wat op
het opnamescherm weergegeven wordt.
≥ Panoramafoto's worden aangeduid door
weergave 1-bestand of 8 bestanden.
≥ De volgende functies zijn uitgeschakeld en kunnen niet gebruikt
worden tijdens het maken van panorama-opnames.
j [FLITS], [Scène stand], [CREATIEVE OPTIES], [BURST] en
[ZELFONTSPANNER]
≥ De volgende functies werken niet tijdens het maken van
panoramafoto's.
j [E.I.S. (FOTO)]
≥ Bij het maken van panoramafoto's wordt [SCHERPSTELLING] op
(AUTO) gezet.
≥ Tijdens een panorama-opname wordt de belichting automatisch
gecorrigeerd op grond van de helderheid van het onderwerp.
(
[BELICHTING] wordt op
HX-WA30
met vergrendelde belichting op te nemen, dient u de AE-functie te
gebruiken
(l
≥ Wanneer [PANORAMA] ingesteld is op
(180e PANORAMA), schakelt het gezichtsveld van het stand-by-
scherm van de opname naar het gezichtsveld van een foto-display.
(l
48)
≥ De scherpstelling en de witbalans zullen op de optimale waarden voor
de foto van het eerste frame vastgezet worden. Als de scherpstelling,
de helderheid of een lichtbron tijdens de opname aanzienlijk
veranderen, kan het zijn dat de panoramafoto als geheel niet met een
optimale scherpstelling of kleurtoon opgenomen wordt.
≥ Aangezien een panoramafoto uit meerdere foto's bestaat, kan het zijn
dat het onderwerp vervormd wordt of dat de verbinding tussen twee
foto's goed zichtbaar is.
(180e PANORAMA) staat, zijn de
114).
of
(PROGRAMMA) gezet). Om
(360e PANORAMA) of
- 91 -
in de thumbnail-