[Handmatige verbinding]
≥ Bevestig de encryptiesleutel van het geselecteerde draadloze
toegangspunt als de authenticatie van het netwerk versleuteld is.
≥ Als de verbinding met [Handmatige Input] gemaakt wordt, bevestig dan
de SSID (identificatienaam), de authenticatiemethode, het
encryptietype en de encryptiesleutel (password) van het draadloze
toegangspunt dat u gebruikt.
∫ Als dit de eerste keer is dat op de Wi-Fi-knop gedrukt
wordt
1
Druk op de Wi-Fi-knop.
2
Selecteer [JA] met gebruik van de SET-toets en druk
vervolgens op de SET-toets.
3
Selecteer [Handmatige verbinding] met gebruik van
de SET-toets en druk vervolgens op de SET-toets.
4
Selecteer [Zoeken] of [Handmatige Input] met
gebruik van de SET-toets en druk vervolgens op de
SET-toets.
[Zoeken]:
[Handmatige
Input]:
Stelt u in staat om draadloze toegangspunten op
te zoeken, een ervan te selecteren en in te stellen.
(l
172)
Stelt u in staat om gedetailleerde instellingen te
configureren door de SSID van het draadloze
toegangspunt waarmee u verbinding wilt maken in
te voeren.
(l
173)
- 170 -
Wi-Fi