Kampmann montage- en installatiehandleiding – cassette-UniLine-luchtgordijn
10.12.3 Functie DI2
Voor het uitvoeren van bepaalde functies dient in de eerste plaats de
digitale ingang DI1 te worden gebruikt. Als het gebruik van de digitale
ingang DI2 noodzakelijk is, moeten de volgende instellingen worden
ingevoerd:
1. Zet DIP-schakelaar nr. 4 op OFF.
2. Configureer de digitale ingang DI2 via parameterinstellingen P44.
Als DIP-schakelaar nr. 4 op ON is gezet, wordt in een 2-pijps systeem via
de digitale ingang DI2 tussen winter en zomer geschakeld.
Parameter P44
Via de parameter P44 kan de functie van de digitale ingang DI2 worden
ingesteld, als DIP-schakelaar nr. 4 = OFF is gezet.
Functie
P44
Functie DI2
0 = zonder functie
1 = AAN/UIT
2 = omschakeling winter/zomer
3 = eco-/dagmodus
4 = zonder functie
5 = condensaatalarm
6 = algem. alarm
7 = ext. vorstbeveiligingsbewaking (contact open
8 = AAN/UIT
9 = omschakeling winter/zomer
10 = eco-/dagmodus
11 = zonder functie
12 = condensaatalarm
13 = algem. alarm
14 = ext. vorstbeveiligingsbewaking (contact gesloten
Parameter P56
Via de parameter P56 wordt de polariteit van digitale ingang DI2 ingesteld,
als DIP-schakelaar nr. 4 = ON is gezet.
Functie
P56
Polariteit van DI2 als DIP4 = ON (omschakelen winter/
zomer via DI2)
0 = contact gesloten
contact open
1 = contact open
contact gesloten
Elektrische aansluiting | UniLine EC, uitvoering KaControl (*C1)
(contact open
AAN)
(contact open
verwarmen)
(contact open
dag)
(contact open
zonder functie)
(contact open
geen condensaat)
(contact open
geen alarm)
geen vorst)
(contact gesloten
AAN)
(contact gesloten
verwarmen)
(contact gesloten
dag)
(contact gesloten
zonder functie)
(contact gesloten
geen condensaat)
(contact gesloten
geen alarm)
geen vorst)
Standaard
1
winter
zomer
winter
zomer
53
0
0
14
Min
Max
Eenheid
0
2