Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Beveiligingsinrichtingen; Inbedrijfname/Uitbedrijfname; Veiligheid; Vullen En Ontluchten - Wilo CronoNorm-NL Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

Nederlands
7.7

Beveiligingsinrichtingen

8

Inbedrijfname/uitbedrijfname

8.1

Veiligheid

8.2

Vullen en ontluchten

24
• Voor de druipwaterbescherming en de trekontlasting van de kabel-
aansluitingen moeten kabels met een geschikte buitendiameter wor-
den gebruikt en dienen de kabeldoorvoeringen stevig vastgeschroefd
te worden. Bovendien moeten de kabels in de buurt van de draadaan-
sluitingen worden omgebogen tot afvoerlusjes om concentraties van
druipwater te vermijden.
• Niet gebruikte kabeldoorvoeringen met de beschikbare afdichtings-
ringen afsluiten en vastschroeven.
AANWIJZING:
De draairichting van de motor dient bij de inbedrijfname te worden
gecontroleerd.
WAARSCHUWING! Gevaar voor verbrandingen!
Het spiraalhuis en drukdeksel nemen tijdens het bedrijf de tempe-
ratuur van de vloeistof aan.
• Afhankelijk van de toepassing het spiraalhuis evt. isoleren.
• Desbetreffende aanrakingsbeveiliging aanbrengen. De plaatselijke
voorschriften moeten worden aangehouden.
• Klemmenkast in acht nemen!
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Het drukdeksel en de lagerstoel mogen niet worden geïsoleerd.
WAARSCHUWING! Gevaar voor persoonlijk letsel!
Door ontbrekende beveiligingsinrichtingen kan letsel worden
veroorzaakt.
• De bekledingen van bewegende onderdelen (bijvoorbeeld van de kop-
peling) mogen niet worden verwijderd als de machine in bedrijf is.
• Bij werkzaamheden altijd veiligheidskleding, veiligheidshand-
schoenen en veiligheidsbril dragen.
• De beveiligingsinrichtingen aan pomp en motor mogen niet gede-
monteerd of geblokkeerd worden. De werking ervan dient vóór de
inbedrijfname door een technicus met de juiste autorisatie te wor-
den gecontroleerd.
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Door ongeschikte bedrijfssituaties bestaat gevaar voor beschadi-
ging van de pomp.
• De pomp niet buiten het aangegeven bedrijfsgebied gebruiken. Het
bedrijf buiten het bedrijfspunt kan het rendement van de pomp
beperken of de pomp beschadigen. Het wordt niet aangeraden om
de installatie meer dan 5 minuten met gesloten ventiel te gebrui-
ken. Bij hete vloeistoffen wordt hiervan in principe afgeraden.
• Ervoor zorgen dat de NPSH-A-waarde altijd hoger is dan de
NPSH-R-waarde.
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Het gebruik van de pomp in klimaat- resp. koeltoepassingen kan
condensaat veroorzaken waardoor de motor beschadigd wordt.
• Ter voorkoming van schade aan de motor moeten de afvoergaten
voor het condensaat in het motorhuis regelmatig geopend worden
om het condensaat af te tappen.
AANWIJZING:
Pompen van de serie NL hebben geen ontluchtingsventiel. De aan-
zuigleiding en de pomp worden ontlucht via een geschikte ontluch-
tingsinrichting aan de perszijde van de pomp.
WILO SE 07/2013

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Crononorm-nlg

Inhoudsopgave