Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Rs485 Seriële Communicatie; Safe Torque Off (Sto); Installatiechecklist - Danfoss VLT Decentral Drive FCD 302 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT Decentral Drive FCD 302:
Inhoudsopgave

Advertenties

Elektrische installatie
LET OP
Schakelaar 4 en 5 gelden alleen voor eenheden met
veldbusopties.
®
Zie de VLT
PROFIBUS DP MCA 101 Programming Guide voor
meer informatie.
4.15 RS485 seriële communicatie
Sluit de RS485-kabel voor seriële communicatie aan op
klem (+)68 en (-)69.
Gebruik afgeschermde kabels voor seriële
communicatie (aanbevolen).
Zie hoofdstuk 4.3 Aarding voor de juiste aarding.
61
68
69
Afbeelding 4.14 Bedradingsschema voor seriële communicatie
Voor een basisconfiguratie van de seriële communicatie
stelt u de volgende gegevens in:
1.
Type protocol in parameter 8-30 Protocol.
2.
Adres frequentieregelaar in parameter 8-31 Adres.
3.
Baudsnelheid in parameter 8-32 Baudsnelheid.
In de frequentieregelaar zijn twee communicatieproto-
collen geïntegreerd.
Danfoss FC
Modbus RTU
De functies kunnen op afstand worden geprogrammeerd
met behulp van de protocolsoftware en de RS485-
aansluiting of via parametergroep 8-** Comm. en opties.
Door het selecteren van een specifiek communicatie-
protocol worden diverse standaard parameterinstellingen
automatisch aangepast aan de specificaties voor het
betreffende protocol. Daarnaast worden aanvullende,
protocolspecifieke parameters beschikbaar gemaakt.
Voor andere communicatieprotocollen zijn optiekaarten
voor de frequentieregelaar beschikbaar. Zie de optiekaart-
documentatie voor installatie- en bedieningsinstructies.
MG04F510
Bedieningshandleiding
+
RS485
Danfoss A/S © 11/2016 Alle rechten voorbehouden.

4.16 Safe Torque Off (STO)

Om de STO-functie te kunnen gebruiken, is aanvullende
bedrading voor de frequentieregelaar vereist. Zie VLT
Frequency Converters - Safe Torque Off Operating Instructions
voor meer informatie.

4.17 Installatiechecklist

Voordat u de installatie van de eenheid voltooit, moet u
eerst de volledige installatie inspecteren zoals aangegeven
in Tabel 4.8. Vink de items af wanneer ze voltooid zijn.
Inspecteren
Beschrijving
Hulpappa-
Kijk of er hulpapparatuur,
ratuur
schakelaars, werkschakelaars of
ingangszekeringen/circuitbreakers
aanwezig zijn aan de voedende
zijde van de frequentieregelaar of in
de uitgang naar de motor.
Controleer of ze bedrijfsklaar zijn en
in alle opzichten bij vol toerental
kunnen werken.
Controleer de functie en installatie
van sensoren die worden gebruikt
voor terugkoppeling naar de
frequentieregelaar.
Verwijder arbeidsfactorcorrigerende
condensatoren van de motor(en),
indien aanwezig.
Bekabeling
Zorg dat de kabels voor het ingangs-
vermogen, de motorkabels en de
stuurkabels van elkaar zijn gescheiden
of in 3 afzonderlijke metalen
kabelgoten zijn geplaatst om hoogfre-
quente ruis tegen te gaan.
Stuurkabels
Controleer op gebroken of
beschadigde kabels en aanslui-
tingen.
Controleer de spanningsbron van
de signalen, waar nodig.
Het gebruik van afgeschermde
kabels of kabels met gedraaide
paren wordt aanbevolen. Verzeker u
ervan dat de afscherming aan beide
uiteinden correct is aangesloten.
EMC-
Controleer op een juiste installatie met
aspecten
betrekking tot elektromagnetische
compatibiliteit.
Omgevings-
Zie het label op de apparatuur voor de
aspecten
maximale omgevingstemperatuur. De
temperatuur mag niet hoger zijn dan
40 °C (104 °F). De luchtvochtigheid
moet 5-95% zonder condensvorming
zijn.
®
4
4
25

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave