Elektrische installatie
5
4
4
13
1
Digitale en analoge ingangen/uitgangen
2
Safe Torque Off (STO), LCP-aansluiting, B-optie
3
Relais 1
4
Relais 2
5
Motor, mechanische rem, remweerstand
6
Net
7
24 V DC-backupingang
Afbeelding 4.8 Positie van de klemmen (grote eenheden)
De serviceschakelaar is optioneel bij zowel kleine als grote
eenheden. In de afbeelding is de schakelaar gemonteerd
aan de motorzijde. De schakelaar kan echter ook aan de
netzijde worden geplaatst of worden weggelaten.
Bij grote eenheden is de circuitbreaker optioneel. Grote
eenheden kunnen worden uitgerust met een servicescha-
kelaar of een circuitbreaker, maar niet beide. De in
Afbeelding 4.8 getoonde configuratie is in de praktijk niet
mogelijk en dient enkel om de positie van de diverse
componenten aan te geven.
4.6 Klemtypen
Motor-, stuur- en netklemmen zijn geveerd (type Cage-
clamp).
1.
Open het contact door een kleine schroeven-
draaier in de sleuf boven het contact te steken,
zoals aangegeven in Afbeelding 4.9.
2.
Steek de gestripte kabel in het contact.
3.
Verwijder de schroevendraaier om de kabel vast
te zetten in het contact.
20
®
VLT
Decentral Drive FCD 302
4
2
7
8
13
8
9
10
11
12
13
–
Danfoss A/S © 11/2016 Alle rechten voorbehouden.
1
11
12
3
13
9
10
USB-poort
Standaardbus/RS485
PROFIBUS
Ethernetpoort
Ethernetpoort
Veiligheidsaarde (PE)
–
4.
Verzeker u ervan dat de kabel stevig in het
contact is geklemd. Loszittende kabels kunnen
leiden tot apparatuurstoringen of letsel.
Afbeelding 4.9 De klemmen openen
6
MG04F510