configureren/vastleggen
Dit gedeelte beschrijft hoe u scaninstellingen kunt opgeven en hoe u de instellin-
gen kunt configureren volgens de richting van het origineel. Bovendien be-
schrijft dit gedeelte de programmeerfunctie waarmee u instellingen kunt
vastleggen die u regelmatig gebruikt.
Scaninstellingen opgeven
A
Druk op [Scaninstellingen].
B
Selecteer opties zoals resolutie en
origineelformaat en wijzig ver-
volgens de instellingen.
Stel als volgt de basis-scaninstel-
lingen in zoals scantype, resolutie,
belichting, scangrootte en bewer-
ken:
❖ Scantype
Originelen worden gescand
volgens het geselecteerde scan-
type.
Kies uit de volgende mogelijk-
heden het scantype:
7. Scaninstellingen
• Tekst (afdruk)
• Tekst (OCR)
• Tekst / Foto
• Foto
• Grijstinten
Standaardoriginelen met
hoofdzakelijk tekst.
Afdrukken via de printer kan
het best worden gescand met
Tekst (afdruk).
Standaardoriginelen met
hoofdzakelijk tekst.
Deze instelling verhoogt de
nauwkeurigheid van teken-
herkenning. Het is nuttig
voor wanneer u scant en ver-
volgens een optische teken-
h e r k e n n i n g s t o e p a s s i n g
(OCR) gebruikt.
Origineel met een combina-
tie van tekst en foto's.
Voor originelen met foto's en
andere afbeeldingen (twee
waarden).
Maakt gescande afbeeldin-
gen die geschikt zijn voor af-
drukken.
Voor originelen met foto's en
andere afbeeldingen (multi-
waarde).
Maakt gescande afbeeldin-
gen die geschikt zijn voor
weergave op een computer-
scherm.
87