Scaninstellingen configureren/vastleggen
Een programma oproepen
A
Zorg ervoor dat de toets {Scanner}
is geselecteerd, en druk vervol-
gens op de toets {Programmeren}.
B
Druk op [B Oproepen].
C
Druk op het nummer van het pro-
gramma dat u wilt oproepen.
De geregistreerde instellingen
worden weergegeven.
Opmerking
❒ Programma's worden niet vast-
7
gelegd in nummers die verschij-
nen zonder m.
D
Plaats de originelen en druk op de
{Start}-toets.
98
Een geregistreerd programma
wijzigen
A
Zorg ervoor dat de toets {Scanner}
is geselecteerd, en druk vervol-
gens op de toets {Programmeren}.
B
Druk op [B Oproepen].
C
Druk op het nummer van het pro-
gramma dat u wilt wijzigen.
D
Wijzig de instellingen van het
programma.
E
Druk op de {Programmeren}-toets.
F
Druk op [m Registreren].
G
Druk op het nummer van het pro-
gramma waarvan u de instellin-
g e n h e e f t g e w i j z i g d o f h e t
nummer van een ander program-
ma waarin u de gewijzigde instel-
lingen wilt vastleggen.
H
Als u een programma selecteert
dat al is geregistreerd, verschijnt
er een bevestigingsbericht. Voor
het overschrijven van het pro-
gramma, druk op [Registreren].
Opmerking
❒ Als er geen programma is gere-
gistreerd onder het nummer dat
u heeft geselecteerd, ga door
I
naar stap
.
I
Voer een programmanaam in.
J
Druk op [OK].
Opmerking
❒ Registreert u een programma
onder een nummer dat al is ge-
registreerd, dan wordt het oude
programma overschreven.