D Voer het pad voor de map in.
Opmerking
❒ Zie Pag.141 "Scan-to-folder"
voor informatie over het
maximum aantal tekens dat
kan worden ingevoerd.
❒ Als de mapnaam bijvoor-
beeld "user" is en de compu-
ternaam "desk01", dan ziet
het pad er als volgt uit:
\\desk01\user
❒ Er kan ook een IP-adres wor-
den ingevoerd als u één van
de volgende besturingssyste-
men gebruik t: W indows
98/Me/XP/2000, Windows
NT 4.0 of Windows Server
2003.
❒ Namen van computers en ge-
deelde mappen die uit meer
dan twaalf tekens bestaan,
kunnen niet worden weerge-
geven.
E Druk op [OK].
F Voer de gebruikersnaam in
volgens de instelling op de be-
stemming.
Druk op [Handm. invoer] aan de
rechterkant van het gebruikers-
naamveld voor het weergeven
van het soft-toetsenbord.
Verwijzing
Zie Pag.141 "Scan-to-folder"
voor informatie over het
maximum aantal tekens dat
kan worden ingevoerd.
G Voer het wachtwoord in vol-
gens de instelling op de be-
stemming.
Druk op [Handm. invoer] voor
[Wachtwoord] om het soft-toet-
senbord weer te geven.
Scanbestanden versturen met scan-to-folder
H Druk op [Verbindingstest].
Er wordt een verbindingstest
uitgevoerd om te controleren of
de opgegeven gedeelde map be-
staat.
Opmerking
❒ De verbindingstest kan enige
tijd in beslag nemen.
❒ Het is tijdens een verbin-
dingstest wellicht niet moge-
lijk op [Verbindingstest] te
drukken direct nadat u op
[Annuleren] heeft gedrukt.
❒ Ook als de verbindingstest is
geslaagd, kan het apparaat
het bestand mogelijk niet
overbrengen als aan de ge-
deelde map geen schrijfbe-
voegdheid is toegekend of
als er geen ruimte is op de
harde schijf.
I Controleer het resultaat van de
verbindingstest en druk op [Af-
sluiten].
J Druk op [OK].
K Herhaal de stappen A tot J
om meer bestemmingen in te
voeren.
Opmerking
❒ Om de bestemming te dese-
lecteren, druk op [UVorige] of
[TVolg.] om de bestemming
i n h e t b e s t e m m i n gs v e l d
weer te geven, en druk dan
op de {Wis/Stop}-toets.
3
41