J
Geef de afzender op.
U kunt de afzender als volgt opge-
ven:
• De afzender selecteren uit de
lijst.
• Het registratienummer van de
afzender opgeven met de cijfer-
toetsen.
• Zoeken naar de afzender.
Opmerking
❒ Voer de afzender vooraf in on-
der [Systeeminstellingen]. Zie Be-
d i e n i n g s h a n d l e i d i n g
Standaardinstellingen voor meer
informatie over het oplossen
van problemen.
❒ Als u de afzender opgeeft, wordt
informatie over deze afzender
opgenomen in het bestand dat
wordt verzonden. De naam van
de opgegeven afzender wordt
automatisch in het Van-veld van
het e-mailbericht geplaatst, zo-
dat de afzender kan worden geï-
dentificeerd wanneer het e-
mailbericht wordt ontvangen.
❒ Het e-mailadres van de beheer-
der kan, afhankelijk van de sys-
teeminstellingen, automatisch
verschijnen in het veld VAN
van de e-mailkop. Geef in stap
de afzender op om het adres te
veranderen.
❒ Om misbruik van een afzender-
naam te voorkomen, adviseren
wij u een beveiligingscode voor
de afzendernaam te gebruiken.
Zie Bedieningshandleiding Stan-
daardinstellingen.
❒ Afhankelijk van de beveiligingsin-
stellingen, kan bij het inloggen
[Naam afzender bijv.] worden gese-
lecteerd als de gebruikersnaam.
Het versturen van een scanbestand per e-mail
Een afzender selecteren uit de
lijst
A Druk op [Naam afzender bijv.].
B Selecteer de afzender.
Opmerking
❒ Als een beveiligingscode is
ingesteld, verschijnt nadat de
afzender is geselecteerd, het
scherm voor het invoeren
van de beveiligingscode.
Voer de beveiligingscode in
en druk vervolgens op [OK].
Als de door u ingevoerde be-
J
veiligingscode juist is, ver-
s c h i j n t d e n a a m v a n d e
afzender.
C Druk op [OK].
2
27