aanwijzingen van onderstaande tabel.
TIJDSINTERVAL
Bij ieder gebruik
Wekelijks
Maandelijks
WAARSCHUWING
• Tijdens de werking mag de waterreiniger niet te veel lawaai produceren en mag er geen duidelijk
waarneembare water- of olielekkage zijn. Doen deze verschijnselen zich wel voor dan dient
u de waterreiniger te laten nakijken door een Gespecialiseerd Technicus.
7.2 b
uItengewoon
fi«
ATTENTIE
• Het buitengewone onderhoud mag alleen verricht worden door een Gespecialiseerd
Technicus.
Houdt u bij buitengewoon onderhoud aan de aanwijzingen van onderstaande tabel.
TIJDSINTERVAL
Iedere 50 uur
Iedere 100 uur
WAARSCHUWING
• De gegevens van de tabel zijn van indicatieve aard.
8 s
v
loop
en
erwerkIng
De ontmanteling van de waterreiniger mag alleen verricht worden door gekwalificeerd personeel
en in overeenstemming met de heersende wetgeving van het land van installatie.
Met name duidt het symbool
huishoudelijk afval weggegooid mag worden.
Wend u tot het plaatselijke afvalverwerkingsbedrijf of tot uw verkoper.
fi«
ATTENTIE
• Voordat u de waterreiniger sloopt dient u hem onbruikbaar te maken, door bijvoorbeeld de
INGREEP
• Controleer de toevoerkabel, de hogedrukleiding, de aansluitingen, het
waterpistool, de straalbuis.
Indien één of meerdere delen beschadigd zijn, gebruik de
waterreiniger dan absoluut niet en richt u tot een Gespecialiseerd
Technicus.
• Reiniging filter wateringang.
Demonteer het aansluitelement voor de binnenkomst van het water
(a) en trek met een tang filter (b) naar buiten (zie ook Afb. 5). Voor de
reiniging volstaat het doorgaans het filter onder stromend water te
houden, of er met perslucht op te blazen. Bij hardnekkig vuil kunt u een
ontkalkingsproduct gebruiken of het filter vervangen. Wend u tot een
bevoegd assistentiecentrum voor de aanschaf van een nieuw filter.
Monteer het filter opnieuw, en span het aansluitelement tot het einde.
• Reiniging mondstuk
Voor de reiniging volstaat het doorgaans de bijgevoegde naald (17) in
het gat van het mondstuk te steken. Indien geen goede resultaten bereikt
worden moet u zich tot een bevoegd assistentiecentrum wenden.
o
nderHoud
INGREEP
Controle van het hydraulische circuit van de pomp.
Controle van de pompbevestiging
Vervanging oliepomp.
Controle kleppen aanzuiging / afgifte pomp.
Controle schroefbevestiging pomp
Controle regelklep pomp
Controle beveiligingen
, op identificatieplaatje (7), erop dat het product niet samen met
35