❏ Zorg ervoor dat de omgevingstemperatuur geschikt is voor
het gebruik van de printer.
❏ Zorg ervoor dat het papier niet vochtig is.
❏ Zorg ervoor dat het papier niet te dik of te dun is. Zie "Papier".
❏ Controleer of er geen vreemde voorwerpen in de printer zijn
gekomen.
❏ Controleer bij gebruik van Windows de instelling voor Media
Type op het "Tabblad Main". Zorg ervoor dat de instelling
overeenkomt met het papier dat u gebruikt.
Controleer bij gebruik van Macintosh de instelling voor
Media Type in het "Afdrukvenster". Zorg ervoor dat de
instelling overeenkomt met het papier dat u gebruikt.
❏ Zorg ervoor dat de instelling voor de degelruimte geschikt is
voor het papier. De instelling voor de degelruimte kunt u
wijzigen in het menu Printer Setting van de modus SelecType.
Zie "SelecType-instellingen".
❏ Als u ander papier gebruikt dan materiaal van EPSON,
controleert u de papiersoort die is geselecteerd in het menu
Paper Configuration van de modus SelecType. Zie "De
papierdikte instellen".
272