3. Ontgrendel de voorwieltjes en duw de stabilisatiepootjes
omhoog.
4. Verplaats de printer voorzichtig naar de plaats waar hij
gebruikt gaat worden. Als de printer op zijn plek staat,
vergrendelt u de wieltjes weer en trekt u de stabilisatiepootjes
uit.
De printer na het transport installeren
Als u de printer hebt verplaatst voert u vrijwel dezelfde stappen
uit voor de installatie als wanneer u de printer de eerste keer
installeert. Zie voor het opnieuw installeren van de printer De
printer monteren en installeren. Let hierbij op de volgende punten:
❏ Vergeet niet om alle beschermingsmaterialen te verwijderen
(zoals tape van de cartridgeklemmen).
❏ De eerste keer dat u na het verplaatsen van de printer weer
begint met afdrukken, kunnen de spuitkanaaltjes verstopt
zijn. EPSON raadt u aan een spuitkanaaltjescontrole uit te
voeren en de printkoppen te reinigen. Lijn tevens de
printkoppen opnieuw uit om zeker te zijn van een goede
afdrukkwaliteit. Zie "De printerhulpprogramma's
gebruiken" voor Windows of "De printerhulpprogramma's
gebruiken" voor Macintosh.
239