3. Controleer of de informatie in het hulpprogramma
overeenkomt met de afgedrukte gegevens. Zoniet, pas dan de
informatie op het scherm aan zodat deze overeenkomt met de
afgedrukte gegevens.
4. Klik op OK om uw instellingen op te slaan en het venster te
verlaten.
Speed & Progress
In dit dialoogvenster kunt u opties instellen die betrekking
hebben op de afdruksnelheid en de voortgang van het afdrukken.
Open het venster van de printersoftware om de knop Speed &
Progress te kunnen gebruiken.
Opmerking:
Schakel Speed & Progress in door te klikken op Start, Instellingen
(Settings), Printers, klik met de rechtermuisknop op het pictogram van
uw printer, klik op Eigenschappen (Properties) en open het tabblad
Utility.
117