7. Seriële interfaces/modem/Ethernet
De seriële interface RS 232 is toegankelijk op het front (3,5 mm stekkerbus onder
diskettestation) en aan de achterzijde (9-pol. Sub-D bus).
Opgelet: Tegelijkertijd van de RS232 aan de front- en achterzijde is niet toegestaan.
Foutief functioneren is het gevolg!
Deze interfaces (optie) zijn als alternatief voor de interface aan de achterzijde
toegankelijk. RS 422 en RS 485 kunnen worden gebruikt voor parametrering/uitlezing
op afstand (tot ca. 1000 m kabellengte). Let er bij het gebruik van een RS 232 /
RS485 omvormer op, dat deze de automatische omschakeling tussen zenden en
ontvangen ondersteund (bijv. W+T type 86000).
Bij de aansluiting op PROFIBUS DP kunt u meetwaarden weergeven, registreren en
bewaken. Deze meetpunten worden op dezelfde wijze behandeld als conventioneel
bedraadde analoge signalen.
U kunt met een instrument tegelijkertijd PROFIBUS DP en conventioneel aangesloten
meetpunten gebruiken, omdat het ingangssignaal voor ieder kanaal afzonderlijk kan
worden ingesteld. In totaal zijn er per instrument tot maximaal 16 meetpunten
beschikbaar (naast de digitale ingangen en de rekenkundige kanalen.
Fysisch wordt de RS 485 interface gebruikt (baudrate 93,750 kBit/s, alternatief 45,45
kBaud, vast ingesteld).
Werk modus "Meas value monitor":
Een master (bijv. bestaand automatiseringssysteem) vraagt de aangesloten slaves af
zonder het systeem zelf te beïnvloeden.
De meetgegevens van de slaves worden geanalyseerd. Daarvoor is voor het
betreffende kanaal de instelling van het slave-adres en het dataformaat nodig (zie
"Setup - analoge ingangen - kanaal xx - PROFIBUS DP"). Houdt daarbij rekening met
de specificaties van uw meetversterker.
Wanneer een slave meerdere meetgegevens levert
(multiparameter-omvormer/"modulaire Slave"), is voor iedere stuk informatie een eigen
kanaal nodig.
Functiekeuze "Slave":
De visuele datamanager wordt via de Profibus-DP interface in het Profibus-DP
veldbussysteem gekoppeld.
Met deze functie is bi-directionele communicatie mogelijk tussen het centrale
computer systeem en de decentrale periferie instrumenten in het veld mogelijk. De
dat wordt serieel met een maximale data snelheid van 12 Mbits/s overgedragen. De
visuele data manager wordt via de meegeleverde GSD-file in het veldbussysteem
geïntegreerd. Hierbij wordt praktisch de RS 232 interface gebruikt. gelijktijdig kan de
vekregen data via de RS485 interface naar een PC worden overgedragen.
Opmerking:
Deze optie kan niet gebruikt worden in combinatie met de Profibus additionele kaart
(monitor functie). Voor uitgebreidere informatie zie de additionele
gebruikershandleiding ZBA117r.
7. Seriële interfaces / modem
7.1 RS 232
7.2 RS 422/RS 485
7.3 PROFIBUS DP
91