Het modem wordt aan de RS 232 interface op de achterzijde aangesloten. Gebruik
daarvoor de meegeleverde interfacekabel (zie hoofdstuk 10).
De overdrachtsnelheid (baudrate) van het instrument moet overeenstemmen met die
van de modem en de PC software.
• PROFIBUS DP:
Monitorkeuze
Instellingen zijn alleen nodig indien u PROFIBUS-meetpunten gebruikt.
Zie ook "Analoge ingangen - Signaal" en "Analoge ingangen - PROFIBUS DP"
"Meas. value monitor": De (bus-) meetsignalen worden door een besturingssysteem
van hogere orde gevraagd.
De baudrate voor PROFIBUS DP Monitor, kan niet worden gewijzigd.
Wanneer niet binnen de ingestelde tijd een meetwaarde door de bus wordt
ontvangen dan is er een storing op de bus aanwezig (resp. verkeerde instellingen).
Het instrument meldt dit via het display In dit geval kunnen er geen meetwaarden
worden geregistreerd.
Functiekeuze slave
"Communicatie met : externe DP-slave-module": de visuele datamanager wordt via
de Profibus-DP koppeling in het Profibus-DP veldbussysteem als active slave
aangekoppeld (zie additionele gebruiksaanwijzing ZBA 117R09).
Baudrate voor Profibus DP slave vrij te keizen.
Zie "functie monitor"
Gebruiksdata opbouw: "100/60 of 70/90". er worden 100 (70) bytes naar de PLC en
60 (90) vanaf de PLC overgedragen. Bij de verandering van deze waarden moet de
voeding van de Profibus-kopeling uit- en ingeschakeld worden.
5. Instellingen instrument aanpassen - Setup
Modem
Werk modus
Baudrate
Time-out
Functiekeuze
Baudrate
Pauze
Ingang/uitgang (PLC)
79