Samenvatting van Inhoud voor Endress+Hauser Visual Data Manager memo-graph
Pagina 1
BA 153R/09/nl/03.04 Visual Data Manager No.: 510 06013 memo-graph Gebruiksaanwijzing...
Pagina 2
Visual Data Manager (VDM) Endress+Hauser...
Pagina 3
Visual Data Manager Visual Data Manager (VDM) Italiano Istruzioni d’impiego 1 . . . 50 (Leggere prima di installare l’unita’) Numero di serie:........ Visual Data Manager (VDM) Nederlands Bedieningsinstructies 51 . . . 104 (Lezen voor ingebruikname, a.u.b.) Serienummer:........ Visual Data Manager (VDM) Español Instrucciones de operación 105 .
Inhoudsopgave Inhoudsopgave blz. Algemeen Voor de inbouw controleren! Veiligheidsinstructies / correct gebruik Montage / aansluiting / inbedrijfname 4.1 Inbouw 4.2 Omgevingsomstandigheden 4.3 Aansluitingen/schema 4.4 RS 232 interface op front / seriële bedieningskabel Instellingen instrument aanpassen - Setup 5.1 Setup direct op het instrument - Beginnen met de parameterverandering - Het hoofdmenu - Toetsen voor keuze/wijzigen...
1. Algemeen / 2. Voor de inbouw controleren! 1. Algemeen Uw nieuwe Visual Data Manager (VDM) beschikt over een ingebouwde handleiding! Het eenvoudige bedieningsconcept van het instrument maakt voor vele toepassingen een inbedrijfname mogelijk praktisch zonder gebruik te maken van dit inbedrijfstellingsvoorschrift.
3. Veiligheidsinstructies / correct gebruik 3. Veiligheidsinstructies / correct gebruik Let op de volgende symbolen: “Opmerking”: Adviezen voor een betere inbedrijfname / bedrijf. “Opgelet”: Niet aanhouden kan tot een defect van het instrument of foutief functioneren leiden! “Voorzichtig”: Niet aanhouden kan tot verwonding van personen leiden! Correct gebruik Dit instrument is bedoeld voor inbouw in panelen en schakelkasten.
4. Montage/aansluiting/inbedrijfname 4. Montage/aansluiting/inbedrijfname 4.1 Inbouw Zorg voor een paneeluitsparing met afmetingen 138+1 x 138+1 mm (conform DIN 43700). Houdt rekening met de asymmetrische positionering van het frontraam t.o.v. de tubus. De inbouwdiepte van het instrument is ca. 211 mm. 1.
4. Montage/aansluiting/inbedrijfname 4.3 Aansluitingen/ aansluitschema Opmerking: De beide middelste steekplaatsen kunnen naar keuze met 8-kanaals analoge of 15-kanaals digitale ingangskaarten (incl. 6 relaisuitgangen) zijn uitgevoerd (afhankelijk van de toepassing resp. bestelling).
Pagina 9
4. Montage/aansluiting/inbedrijfname Aansluitschema: Opgelet: Wanneer bij lange signaalkabels rekening moet worden gehouden met energierijke transiínten, dan verdient voorschakeling van een overspanningsbeveiliging aanbeveling (bijv. Phoenix Thermitrap). Gebruik afgeschermde signaalkabels bij: • Weerstandsthermometers, thermo-elementen, meetbereiken <1. • Gebruik van de seriíle interface. Voedingsspanning: 115...230 V voedingseenheid, 24 V voedingseenheid, 0/50/60 Hz:...
5. Instellingen instrument aanpassen - Setup 5. Instellingen instrument aanpassen - Setup 5.1 Setup direct op het De functie van de bedieningstoetsen wordt in de velden direct boven de betreffende instrument toetsen in het beeldscherm beschreven. ð ï..• Met “..”...
5. Instellingen instrument aanpassen - Setup Parameters, om afzonderlijke kanalen in groepen te combineren/weer te geven Opmerking: Alleen kanalen die aan een groep zijn toegekend, kunnen worden aangewezen en opgeslagen (interne geheugen en op diskette). Groepskeuze Kanalen, die niet aan een groep zijn toegekend kunnen wel worden bewaakt op grenswaarden resp.
5. Instellingen instrument aanpassen - Setup 5.2 Setup via PC U kunt uw Visual Data Manager ook via een PC in bedrijf nemen / parametreren. Daarvoor staan ter beschikking: - Bedienings-interface RS 232 op het front (3,5 mm stekkerbus, stereo, achter diskettestation-deksel) - Systeeminterfaces RS 232 resp.
Pagina 15
5. Instellingen instrument aanpassen - Setup Formaat: DD.MM.JJ Aktuele datum Formaat: hh:mm, 24 h-weergave Aktuele tijd Functie zomer-/wintertijdomschakeling. Zomertijd “Automatisch”: omschakeling conform de geldige EG-richtlijn “Handmatig”: omschakeltijden in de volgende bedieningsposities instelbaar “Uit”: geen tijdomschakeling In Europa volgt de zomer-/wintertijdomschakeling op andere tijdstippen dan in de WT/ZT-regio USA.
5. Instellingen instrument aanpassen - Setup Relaisuitgang Wanneer de waarschuwingsmelding “wisseling diskette” wordt getoond, kan bovendien een relais resp. een open-collector uitgang worden geactiveerd. De betreffende klemnummers zijn tussen haakjes aangegeven. Zie “Montage / aansluiting / inbedrijfname”. Bevestig waarsch. “Ja”: De waarschuwingsmelding “wisseling diskette” blijft net zolang bestaan, tot deze via een druk op de knop wordt bevestigd.
Pagina 17
5. Instellingen instrument aanpassen - Setup Meetversterkers zetten de fysische meetgrootheden om in standaard signalen. Meetbereik start Voorbeeld: 0-14 pH van de sensor wordt omgevormd in 4-20 mA. Voer hier de aanvangswaarde voor het meetbereik in. Bij 0-14 pH dus “0”. Gebruik idem als meetbereik start.
Pagina 18
5. Instellingen instrument aanpassen - Setup Optie - Profibus DP Instellingen zijn alleen noodzakelijk, wanneer dit kanaal op een PROFIBUS-meetpunt (monitor) moet worden gebruikt. • Slave-adres Kies het adres voor de betreffende sensor. Iedere sensor, “Slave”, moet een eigen, individueel adres hebben. De meetwaarde (het digitale bussignaal) wordt net zo behandeld als conventionele analoge meetsignalen.
Pagina 19
5. Instellingen instrument aanpassen - Setup Instellingen alleen noodzakelijk, wanneer voor dit kanaal grenswaarden bewaakt Grenswaarde moeten worden. Zonder het menupunt op te roepen kan men direct zien of de ingestelde grenswaarden al geactiveerd zijn (“grenswaarde x actief u”). Kies het soort grenswaarde. Type Analoge signalen: “Maximum”: Signaal overschrijdt de grenswaarde.
5. Instellingen instrument aanpassen - Setup Tijdvertraging Het signaal moet de vooringestelde waarde tenminste gedurende de ingestelde tijd over- resp. onderschrijden, om als grenswaarde te worden aangemerkt. Ext. schakelaar Schakelt in de grenswaardetoestand het betreffende relais (resp. de open-collector uitgang). De klemnummers zijn tussen haakjes aangegeven. Let op de aansluitinstructies (zie “Veiligheidsinstructies / correct gebruik”...
Pagina 21
5. Instellingen instrument aanpassen - Setup Afzonderlijke kanalen kunnen rekenkundig onderling worden gekoppeld en via Formule functies (g) / factoren (a resp. b) / constanten (c) worden verrekend. De zo berekende rekenkundige kanalen worden behandeld als echte analoge ingangen, onafhankelijk of deze conventioneel zijn aangesloten of via PROFIBUS (grenswaarden, aanwijzingen, enz.).
5. Instellingen instrument aanpassen - Setup Copie instelling Kopieert alle instellingen van het actuele kanaal naar het geselecteerde kanaal (incl. grenswaarden). De beide laatste karakters van het kanaallabel van het doelkanaal worden door het kanaalnummer daarvan vervangen. Integratie > Instelling alleen noodzakelijk, wanneer het resultaat van de rekenkundige koppeling instellingen identiek bijvoorbeeld voor hoeveelheidsberekening bovendien nog moet worden als onder “Analoge...
Pagina 23
5. Instellingen instrument aanpassen - Setup Beschrijving van de met deze ingang uitgevoerde functie resp. de naam van het Naam meetpunt. 10-decaden. Alleen bij gebruik als schakelingang: activeert bij aansturing de toegekende Werking stuurfunctie op het instrument. “Externe tussentijdse uitlezing”: de uitlezing van deze meetplaats volgen min / max gemiddelden gebeurt niet-cyclisch maar in vaste tijdsintervallen.
Pagina 24
5. Instellingen instrument aanpassen - Setup Beschrijving “H” Beschrijving van de toestand, wanneer de stuuringang is geactiveerd. 5-decaden. Logische High = +12...+30 V. Beschrijving “L” Beschrijving van de toestand, wanneer de stuuringang niet is geactiveerd. 5-decaden. Logisch Low = -3...+5 V. Meldtekst L ->...
5. Instellingen instrument aanpassen - Setup Schakelt in de grenswaardetoestand het betreffende relais (resp. de open-collector Ext. schakelaar uitgang). De klemnummers zijn tussen haakjes aangegeven. Let op de aansluitinstructies (zie “Veiligheidsinstructies / correct gebruik” resp. “Aansluitingen / klemmenschema”). Opmerking: In geval van grenswaarde-overschrijding wordt het relais geactiveerd. Default wordt daarbij het relaiscontact omgeschakeld (relais 1) resp.
Pagina 26
5. Instellingen instrument aanpassen - Setup Doel Keuze hoe twee resp. meerdere digitale kanalen onderling moeten worden gekoppeld: “Optellen/aftrekken”: voor impulstellers. “Som/gemiddeld”: van impuls- resp. bedrijfsurentellers. “Logische combinatie”: voor aan-/uit meldingen. Opmerking: alleen die kanalen kunnen worden gekozen, die zinvol met elkaar kunnen worden verrekend.
Pagina 27
5. Instellingen instrument aanpassen - Setup De constante ‘c’ wordt bij het resultaat van de berekening van de beide signalen ‘y1’ Konstante “c” en ‘y2’ opgeteld. Default-instelling: 0. Invoer in de (technische resp. fysische) eenheid van deze berekening. Technische (fysische) eenheid van de berekening, bijv. “stuks” bij het optellen van Techn.
5. Instellingen instrument aanpassen - Setup Groepskeuze: • Alleen die kanalen, die in groepen zijn opgenomen, worden aangewezen en opgeslagen! Combineer de analoge- en/of digitale kanalen zodanig in groepen, dat u tijdens bedrijf met een druk op de knop de voor u belangrijke informatie kunt oproepen (bijv.
5. Instellingen instrument aanpassen - Setup Opgelet des te korter de cyclus voor versneld opslaan, des te groter is het benodigde geheugen (de ter beschikking staande tijdsperiode in het instrument wordt gereduceerd)! Geeft aan in hoeveel bereiken het venster in de weergavemodus “curve” moet Plot deling worden onderverdeeld.
5. Instellingen instrument aanpassen - Setup Reset Met deze functie kunnen de analyses worden gereset (bijv. reset na afronding van de inbedrijfname van een installatie). Opmerking Alle voorgaande (inbedrijfname-) signalen worden gewist. De grafiek/opslag wordt echter niet beïnvloedt, wanneer u setup verlaat en daar de vraag “nieuwe programmering opslaan ?”...
Pagina 31
5. Instellingen instrument aanpassen - Setup Het modem wordt aan de RS 232 interface op de achterzijde aangesloten. Gebruik Modem daarvoor de meegeleverde interfacekabel (zie hoofdstuk 10). De overdrachtsnelheid (baudrate) van het instrument moet overeenstemmen met die van de modem en de PC software. •...
Pagina 32
5. Instellingen instrument aanpassen - Setup • Geheugen/bediening modus: Informatie omtrent beschikbaar geheugen en keuze normaal bedrijf / simulatie. Werk modus “Normal modus”: Het instrument werkt met de werkelijk aangesloten signalen. “Simulatie”: Het instrument werkt met gesimuleerde signalen. Daarbij wordt rekening gehouden met de actuele instellingen van het instrument.
5. Instellingen instrument aanpassen - Setup • Spel: Blokkeren van het ingebouwde spel en resetten van de “hoogste score” Bij “Ja” wordt het spel niet meer in de keuzelijst getoond en kan dus niet meer Vergrendel spel worden gestart. Aanwijzing resp. instellen van het maximaal bereikte puntenaantal van het spel. Hoogste score Service: •...
Pagina 34
5. Instellingen instrument aanpassen - Setup LCD running time Aanwijzing van de totale bedrijfstijd van de achtergrondverlichting van het beeldscherm. S.v.p. opgeven bij vragen betreffende het instrument. Mono-Master Maakt de keuze “Mono-Master” mogelijk onder “Overige - PROFIBUS DP”. Het instrument vraagt als enige master de signalen van de PROFIBUS-meetpunten op. Geen andere master is toegestaan ! Opgelet: Verkeerd functioneren bij onbekende slave! •...
5. Instellingen instrument aanpassen - Setup • Kalibratie: Kalibratie af fabriek voor de tijdklokmodule en de achterwandtemperatuur. Niet veranderen; foutief functioneren van het instrument mogelijk! Inregeling alleen mogelijk via een PC-inregelroutine. Alleen door gekwalificeerd vakpersoneel! Inregeling van de quartzklok Quartz klok Correctiewaarde achterwandtemperatuur voor analoge kaart 1 (kanalen 1 ...
6. Bedrijf 6. Bedrijf 1.Kleurenbeeldscherm 2.Kopregel 3.Diskettegeheugen- aanwijzing (en eventueel waarschuwing bij te lage spanning backup-batterij) 4.Bedieningstoetsen 5.Softkeys 6.Functie-LED’s 7.Deur diskettestation 8.Diskette / ATA-Flash kaarte 9.Uitneemknop voor diskette 10.Write-LED voor diskettestation / ATA-Flash kaarte ATA-Flash diskettestation kaartstation Functietoetsen/softkeys tijdens normaal bedrijf De functie van de bedieningstoetsen wordt in de velden direct boven de betreffende toetsen in het beeldscherm beschreven.
Pagina 37
6. Bedrijf Groep: Kies welke groep moet worden aangewezen. - In iedere groep kunnen meetplaatsen (analoog en digitaal) worden samengevoegd (zie “Setup- groepskeuze”). Zo is een snelle benadering van alle installatiedelen/ samenhangende signalen mogelijk. - U overziet alle relevante meetplaatsen in een oogopslag (bijv.
Pagina 38
6. Bedrijf Digitale weergave: Toont de kanalen als digitale waarde. Het gekozen zoombereik wordt grijs aangegeven. Gebeurtenissen: Somt de laatste 30 grenswaarde- overschrijdingen en uitval van de net- spanning op. Wanneer u de gebeurtenis kiest die u interesseert (met pijltoetsen en “Enter”), wordt deze gebeurtenis opgezocht en getoond.
Pagina 39
6. Bedrijf << >> (vooruit/achteruit bladeren door het geheugen): Hiermee “bladert” u door het interne geheugen. - Herkenning: datum/tijd hebben een zwarte achtergrond - door het veranderen van de schaal (“Keuze - tijd basis”) kunt u de tijdbasis tot 10-maal verkleinen. U ziet dan een tienmaal grotere tijdsperiode op het beeldscherm.
Pagina 40
6. Bedrijf Texten: Mogelijkheid om tijdens bedrijf voor nader gebruik, een tekst in te voeren in het ringgeheugen resp. in de eventlijsten. Er kunnen bijv. teksten van de beschrijving van eerdere situaties ingegeven worden. Deze worden samen met een actuele tijdregistratie opgeslagen.
6. Bedrijf Info: Informatie omtrent de omvang en de beschikbaarheid van het interne meet- waardegeheugen en het diskettestation. Geeft aan gedurende welke periode bij de momentele instelling van het instrument de meetwaarden maximaal beschikbaar zijn. Opmerking: De geheugeninfo houdt onder de genoemde voorwaarden (zie “Technische gegevens - geheugen”) rekening met de momenteel opgeslagen...
Pagina 42
6. Bedrijf • De beschreven geheugenruimte op de diskette wordt tijdens normaal bedrijf in de kopregel rechtsboven in het display getoond (“Floppy: xx %” / “ATA: xx.x %”) • Een streep “-” in de floppy-aanwijzing betekent dat er geen diskette is geplaatst. •...
7. Seriële interfaces / modem 7. Seriële interfaces/modem/Ethernet De seriële interface RS 232 is toegankelijk op het front (3,5 mm stekkerbus onder 7.1 RS 232 diskettestation) en aan de achterzijde (9-pol. Sub-D bus). Opgelet: Tegelijkertijd van de RS232 aan de front- en achterzijde is niet toegestaan. Foutief functioneren is het gevolg! Deze interfaces (optie) zijn als alternatief voor de interface aan de achterzijde 7.2 RS 422/RS 485...
7. Seriële interfaces / modem Opmerking: • Om correct aangewezen te kunnen worden, moeten de werkelijke fysische meetwaarden worden overgedragen (bijv. in °C, bar...). Schaalinstelling op het instrument is niet mogelijk. • Let erop dat u niet gebruikte aansluitingen op de connector ook niet aansluit. •...
8. Voor experts: het overdrachtsprotocol 8. Voor experts: het overdrachtsprotocol van de interfaces RS 232/RS 422/RS 485 Opmerking: Het hoofdstuk 8 is bewust niet opgenomen in dit Nederlandstalige inbedrijfstel- lingsvoorschrift. Geïnteresseerden kunnen een originele versie in de Duitse of Engelse taal opvragen. Datenbits: Allgemeines Parität:...
Pagina 46
8. Voor experts: het overdrachtsprotocol Code-Open Befehl (CO) Mit dem CO-Befehl wird die serielle Bedienung geöffnet. (Vergleich Code-Eingabe bei Handbedienung). Dieser Befehl muß immer vor dem ersten WRITE-Befehl ausgeführt werden! Rückgabecodes: 0..2: o.k. 3..9: Fehler Code-Close Befehl (CC) Mit dem CC-Befehl wird die serielle Bedienung geschlossen und die Parameter übernommen.
8. Voor experts: het overdrachtsprotocol Mit dem W-Kommando wird der Bedienparmeter wie er im Display dargestellt ist gesendet. Achtung: Nach Abschluß des letzten WRITE-Befehls ist immer ein CODE-CLOSE (CC) - Befehl zu senden! Beispiel für Änderung der Zeit für den Bildschirmschoner: zum Gerät: SOH 01 STX W12E0 0010 ETX BCC vom Gerät: SOH 01 STX 0 ETX BCC Rückgabecodes:...
8. Voor experts: het overdrachtsprotocol Daten Restaurieren Befehl (DR) Der Befehl liefert alle im Sammelspeicher gespeicherten Messdaten. Weitere Beschreibung siehe Befehl Daten Auslesen (DA). Daten löschen (DD) Dieser Befehl löscht die Daten aus den Messdatenspeicher. Er sollte nach dem Befehl DA angewendet werden, wenn alle Daten richtig am PC übernommen wurden. Bei einem erneuten Aufruf des Daten-Auslesebefehls (DA) werden dann die Daten nicht noch einmal übertragen.
8. Voor experts: het overdrachtsprotocol Prozessdaten werden mit dem Read-Befehl mit anschließender ASCII-Null (R0) 8.4 Aktuelle gelesen: R0bcd Prozessdaten lesen Kanalnummer (1...9, A...Z) Kanaltyp (0=analog (bzw. BUS), 1=Mathematik analog, 2=digital) Meßwert-Art: 0=Momentanwert Rückgabe: Rückgabecode Meßwert Rückgabecode: o.k. Leitungsbruch Fehler Meßwert: c=0 oder 1, d=0: Momentanwert und Status bei c=0 oder 1 (Momentanwert ist 6stellig, mit Nullen aufgefüllt und abschließendem Leerzeichen, falls kein Komma,...
9. Technische gegevens / 10. Toebehoren 9. Technische gegevens Meetdeel Referentie-omstandigheden Voedingsspanning 230 VAC +/- 10%, 50 Hz +/- 0,5 Hz Warmlooptijd > Omgevingstemp. 25 °C +/- 5 °C Luchtvochtigheid 55 +/- 10 % r. V. Per kanaal vrij instelbare meetbereiken: 4...20 mA / 1 µA (met schakelbare kabelbreukbewaking Stroom- <...
Pagina 51
9. Technische gegevens Technische gegevens Maximaal Kanaal-kanaal: DC 60 V, AC 60 Vp (alleen (vervolg) toegestaan veiligheidslaagspanning) potentiaalverschil Kanaal-PE: DC 60 V, AC 60 Vp (alleen veiligheidslaagspanning) Tijdconstante instelbaar: 0...999,9 seconden, per analoge Demping ingang, systeem-basisdemping verwaarloosbaar Externe invloeden Conform EN 60654-1:B1 (10% tot 75% relatieve vochtigheid zonder) Klimaat Bedrijfstemperatuur:...
Pagina 52
9. Technische gegevens / 10. Toebehoren Technische gegevens Databeveiliging (vervolg) 1s/2s/3s/5s/10s/15s/30s/1min/2min/3min/6min ≥ 4 jaar buffering voor programma-/meetwaardegeheugen (interne Instelbare geheugenmodule: 1024 kB / 2048 kB, SRAM) via geïntegreerde Geheugen opslagcyclus per lithium-batterij (levensduur ca. 6 jaar); groep cyclische kopie meetgegevens voor opslag op diskette 3 1/2", (standaard- of 1,44 MB of ATA-Flash kaart (max.
Pagina 53
9. Technische gegevens ATA-Flash 32 MB Opslagcyclus Opslagcyclus Opslagcyclus Opslagcyclus Opslagcyclus Analoge 6 min. 1 min. 30 s 10 s ingangen 22752 dagen, 3792 dagen, 1896 dagen, 63 dagen, 632 dagen 19 h 11376 1896 dagen, 31 dagen, 948 dagen 316 dagen dagen, 9 h 14 h...
Pagina 54
9. Technische gegevens / 10. Toebehoren Technische gegevens Veiligheid EN 61010-1, klasse I, overspanningscategorie II (vervolg) Inbouwdiepte: ca. 211 mm incl. aansluitklemmen Elektrische veiligheid paneeluitsparing: 138 x 138 Paneeldikte: 2...40 mm, bevestiging conform DIN 43834 Behuizing/inbouw RVS-huis, gewicht ca. 3,5 kg, frontraam/deur uit gietmetaal, Uitvoering/ slijtvaste matverchroomd (kleur als Gewicht...
Pagina 55
9. Technische gegevens Technische gegevens Fysisch niveau: (vervolg) RS 485, kabellengte 1000 m afgeschermde kabel Baudrate: 93,75 kBaud, vast ingesteld, alternatief 45,45 kBaud Functie ”Bus-Monitor" (zonder beïnvloeding van de PROFIBUS PROFIBUS-installatie) DP-aansluiting, idem als met conventioneel aangesloten componenten: Functiekeuze Instelbaar Slave-adres Monitor Dataformaat (DP/V1 formaat): Integer 8, Integer 16, Integer 32, (seriële...
Pagina 56
9. Technische gegevens / 10. Toebehoren...
Pagina 57
Appendice, Appendix, Apéndice Appendice Appendix Apéndice Additions from V2.40 English Programme GLU100A and GLU000A Ethernet Anbindung über interne Schnittstelle Deutsch Ethernet connection via an internal interface English...
Visual Data Manager < Appendix English Additions from V2.40 Programme GLU100A and GLU000A Safety notes Hint! The following software changes will only be supported by our 32 Bit operating and read out software from version V1.3.0.0 and not by the 16 Bit operating and read out software! Warning! If PC-software older than V1.3.0.0 is used this could lead to data loss! Digital inputs...
Visual Data Manager Maths channel The number of maths channels has been increased from 4 to 8. ATA-Flash After removing the ATA flash card a warning message can be set to appear after a preset time of 1-999 minutes. Limits value In the set up menu it can now be seen whether the alarm limit value is active or not without needing to change the set up...
Pagina 60
Visual Data Manager Notation Where the softkey Contrast used to be this has been replaced by a softkey Notation. This has the functionality of being able to enter a text into the ring memory or event list during unit operation. For example text describing the actual situation can be entered.
Pagina 61
; Ethernet Anbindung über interne Schnittstelle Inhaltsverzeichnis Anschluss eines Gerätes an Ethernet (TCP/IP)..........II Technische Informationen ..................II Ethernet-Anschluss .....................II Bedeutung der LEDs ......................... III Einsatzort......................III Inbetriebnahme ....................III 5.1 Menü: SETUP – Sonstiges ......................III 5.2 MAC Adresse ..........................IV 5.3 Vergabe der IP-Adresse ......................IV 5.4 Vergabe der Subnetmask ......................
Anschluss eines Gerätes an Ethernet (TCP/IP) Grundsätzlich können alle Geräte, die mit einer internen Ethernet Schnittstelle ausgestattet sind, in ein PC-Netzwerk (TCP/IP Ethernet) eingebunden werden. Der Zugriff auf das (die) Gerät(e) kann von jedem PC des Netzwerks mit Hilfe der PC Software erfolgen.
Bedeutung der LEDs Neben dem Ethernet-Anschluss befinden sich drei Leuchtdioden, die Hinweise auf den Status der Ethernet-Schnittstelle geben. Gelbe LED: Blinkt unregelmäßig, wenn das Gerät Daten sendet und leuchtet ansonsten dauernd. Grüne LED: Blinkt unregelmäßig, wenn das Gerät Daten empfängt und leuchtet ansonsten dauernd.
Im Menü „RS232 / Ethernet“ werden die Systemparameter eingegeben. Hinweis: Dieses Menü erscheint nur, wenn das Gerät mit einer internen Ethernet Schnittstelle ausgestattet ist. 5.2 MAC Adresse Zeigt die Ethernet-Adresse des Gerätes an. Diese Nummer wird im Werk eingestellt und registriert. Sie ist nicht veränderbar. 5.3 Vergabe der IP-Adresse Das Gerät wird mit einer voreingestellten IP-Adresse ausgeliefert, die jedoch bei der Inbetriebnahme geändert werden muss.
5.4 Vergabe der Subnetmask Die Subnetmask muss eingetragen werden, wenn das Gerät Verbindungen in ein anderes Teilnetzwerk aufnehmen soll. Geben Sie die Subnetmask des Teilnetzwerkes an, in dem sich das Gerät befindet (z.B. 255.255.255.000). Beachten Sie bitte: Durch die IP-Adresse wird die Klasse des Netzwerkes bestimmt. Daraus ergibt sich eine Default Subnetmask (z.B.
Pagina 66
3. Geben Sie nun die IP-Adresse ein. Die Port-Adresse ist 8000. Die Eingabe der Geräteadresse und des Freigabecodes ist optional. Bestätigen Sie die Eingabe mit „Weiter“ und starten Sie die Übertragung mit OK. Die Verbindung wird nun aufgebaut und das Gerät in der Gerätedatenbank gespeichert.
Pagina 67
< < Ethernet connection via an internal interface < < Table of contents 1. Connecting a device to the Ethernet (TCP/IP)..........VIII 2. Technical information..................VIII 3. Ethernet connection ..................VIII LED description ..........................IX 4. Operating location ..................... IX 5.
1. Connecting a device to the Ethernet (TCP/IP) In principle, all devices equipped with an internal Ethernet interface can be integrated into a PC network (TCP/IP Ethernet). The device(s) can be accessed by any of the PCs in the network using PC software. It is not necessary to install driver software ("COM redirection") on the PC because the PC software has direct access to the Ethernet.
LED description There are three LEDs next to the Ethernet connections. These indicate the status of the Ethernet interface. Yellow LED: When the device is transmitting data it flashes irregularly, otherwise is continuously on. Green LED: When the device is receiving data it flashes irregularly, otherwise is continuously on.
The system parameters are input in the RS232 / Ethernet menu. Note: this menu only appears if the device is equipped with an internal Ethernet interface. 5.2 MAC address This displays the Ethernet address of the device. This number is set and registered at the factory.
5.4 Subnet mask allocation The subnet mask must be input if the device is to establish connections in another sub-network. Specify the subnet mask of the sub-network in which the device is located (e.g. 255.255.255.000). Please observe: the IP address determines the class of the network.
Pagina 72
3. Now enter the IP address. The port address is 8000. Entering the device address and the release code is optional. Confirm the input with "Continue" and start the transfer with OK. The connection is now established and the device is saved in the device database.