Advertenties
5. Instellingen instrument aanpassen - Setup
Optie - Profibus DP
(monitor)
Optie - Profibus DP
(slave)
66
Instellingen zijn alleen noodzakelijk, wanneer dit kanaal op een PROFIBUS-meetpunt
moet worden gebruikt.
• Slave-adres
Kies het adres voor de betreffende sensor. Iedere sensor, "Slave", moet een eigen,
individueel adres hebben. De meetwaarde (het digitale bussignaal) wordt net zo
behandeld als conventionele analoge meetsignalen.
Opmerking: Wanneer een slave meerdere meetgegevens levert ("Input Index Data"
bij multiparameter-sensoren), dan is er voor ieder kanaal een eigen kanaal nodig.
• Index Input_Data
Positie, waar in de record van de PROFIBUS-meetversterker, de
meetwaarde-informatie begint. Bij eenkanaals instrumenten: "000". Let ook op de
handleiding van de aangesloten sensor.
• Data type
Overwegend "Floating Point". Let ook op de handleiding van de aangesloten sensor.
Onder / diversen / data-interface / communicatie wordt de externe DP-slave-module
gekozen. Daarna het slave adres, de baudrate, de tijdvertraging en de dataopbouw
(zie uitgebreide documentatie ZBA 117r) kiezen.
Opmerking: slave adres kleiner dan 126 instellen.
Advertenties
Hoofdstukken
