Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

ComboMap-systeem
De titel van het vak is Outputreferentie en de knop die u hebt geselecteerd (in het
bovenstaande voorbeeld Distaal low-level). Gebruik de toetsen Omhoog en Omlaag om
de outputreferentie te wijzigen; raak vervolgens Gereed aan als u deze stap hebt voltooid.
Voor iedere knop kunt u kiezen uit vier constante signalen van 0, 50, 100 en 200 mmHg,
en drie vierkante golfsignalen van 0-50, 0-100 en 0-200 mmHg.
Als u bijvoorbeeld 200 selecteert, stuurt het systeem een kalibratiesignaal uit dat
gelijkwaardig is aan 200 mmHg tot u de knop Gereed aanraakt.
De outputaansluitingen die u hebt gemaakt, bepalen welke outputreferentiekalibraties u
moet selecteren. U kunt vervolgens de externe bewakingsapparatuur kalibreren op het
signaal dat door het ComboMap-systeem wordt afgegeven.
Filter
U kunt de laagdoorlatende aortale en distale druksignaalfilters uitschakelen. Deze filters
vlakken het druksignaal af en kunnen een kleine vertraging introduceren in het
outputsignaal van het achterpaneel; als u het outputsignaal van het achterpaneel gebruikt
voor de distale druk en de verschuiving in de tijdfase met het aortale signaal van de
fysiologische monitor wilt verkleinen, schakelt u de distale filter uit.

Flowinstellingen

Selecteer het tabblad Instellingen en selecteer vervolgens het tabblad Flow in de tweede
rij. Er wordt een scherm weergegeven zoals hieronder getoond.
Pagina 44 van 113
Afbeelding 16: Outputreferentie
505-0300.02/003

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave