De PIM-kabel wordt op de ronde connector aan de voorkant van het ComboMap-systeem,
onder de monitor aan de rechterkant aangesloten.
De drukplug van de Volcano-drukdraden wordt aangesloten op de vierkante connector op
de PIM, terwijl de flowplug van de Volcano-Dopplerdraden wordt aangesloten op de
ronde connector.
Doordat de PIM zo klein is, kan hij in het steriele veld worden gebracht als u hem eerst
met een standaard steriele techniek in een steriele barrièrezak plaatst.
NB: wees voorzichtig bij het plaatsen van de patiëntinterfacemodule (PIM) zodat u hem
niet laat vallen in het steriele veld, vooral als er een voerdraad op is aangesloten.
Let op: als u de patiëntinterfacemodule (PIM) laat vallen, kunt u permanente
schade veroorzaken aan de uitwendige verpakking en de interne elektronica.
Gebruik het systeem niet als de behuizing van de module beschadigd lijkt.
Voerdraden
NB: de verpakking van de voerdraden bevat een uiterste gebruiksdatum. U dient de
voerdraden vóór de op de verpakking aangegeven datum te gebruiken.
Het ComboMap-systeem is compatibel met alle voerdraden van Volcano Corporation met
uitzondering van de WaveWire®-voerdraad.
505-0300.02/003
Afbeelding 10: Patiëntinterfacemodule (PIM)
ComboMap-systeem
Pagina 29 van 113