10 Opsporen en verhelpen van storingen
LRYEN10A7Y1+LRNUN5A7Y1
CO₂ Conveni-Pack buitenunit
4P605460-1 – 2020.08
Als de producten in de ruimte/koelvitrine kunnen bederven bij een systeemstoring,
dan kunt u uw installateur vragen om een alarm te installeren (bijvoorbeeld een
lamp). Voor meer informatie, neem contact op met uw installateur.
Als zich één van de volgende problemen voordoet, neem dan onderstaande
maatregelen en neem contact op met uw dealer.
WAARSCHUWING
Stop de werking en schakel de voeding uit als er zich iets abnormaals voordoet
(brandgeur, enz.).
Als u de unit onder dergelijke omstandigheden laat werken, kan dit leiden tot een
defect, elektrische schok of brand. Neem contact op met uw dealer.
ALLEEN een erkend servicetechnicus mag het systeem repareren.
Storing
Een beveiliging zoals een zekering, onderbreker
of aardlekschakelaar treedt vaak in werking of
de AAN/UIT-schakelaar werkt NIET goed.
Water (geen dooiwater) lekt uit de unit.
De bedrijfsschakelaar werkt NIET goed.
Het unitnummer staat op het display van de
gebruikersinterface, het bedrijfslampje knippert
en de storingscode wordt aangegeven.
Als het systeem NIET goed werkt, behalve voor de hiervoor vermelde gevallen, en
geen van de vermelde storingen van toepassing is, volg dan de volgende
procedures om na te gaan wat er misloopt.
Storing
Indien het systeem
helemaal niet werkt.
Het systeem stopt meteen
nadat het begint te
draaien.
10
Opsporen en verhelpen van storingen
|
Neem contact op met uw
dealer of installateur.
Stop de werking.
Schakel de voeding UIT.
Verwittig uw installateur en
geef hem de storingscode door.
Maatregel
▪
Controleer of er geen stroomonderbreking is.
Wacht tot de stroom is hersteld. Als de stroom
tijdens de werking uitvalt, zal het systeem
automatisch herstarten direct nadat de stroom is
hersteld.
▪
Controleer of er geen zekering is doorgebrand of
een onderbreker in werking is gesteld. Vervang
indien nodig de zekering of reset de onderbreker.
▪
Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van de
buitenunit of de binnenunit niet geblokkeerd is.
Verwijder eventuele obstakels en zorg ervoor dat
de lucht vrij kan circuleren.
▪
Controleer of
(tijd om luchtfilter te reinigen)
op het scherm van de gebruikersinterface staat.
(Zie
"9 Onderhoud en service"
"Onderhoud"
in
binnenunit.)
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
Maatregel
4
[
30] en
de
handleiding
van
de
33