Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

3

Transmit

Transmit (Zend) parameters zijn SYSTEM parameters. Deze worden automatisch opgeslagen, wanneer u het EDIT
menu verlaat en hoeven niet extra met ieder SETUP te worden opgeslagen.
1. Transmit System Exclusive
Deze parameter schakelt het zenden van System Exclusive
(SYSEX) gegevens aan externe MIDI apparaten in of uit.
* Lees voor nadere informatie over de gegevens die als System Exclusive
gegevens gezonden kunnen worden pag. 134.
4

MMC

MMC parameters zijn alle SYSTEM parameters. Deze worden automatisch opgeslagen, wanneer u het EDIT menu
verlaat en hoeven niet extra met iedere SETUP te worden opgeslagen.
1. Transmit MMC
Deze parameter schakelt het zenden van MMC (MIDI Machine
Control) gegevens met de recorder knoppen in of uit.
3. MMC Commands
Aan alle 6 RECORDER CONTROL knoppen kunnen dienovereenkomstige MMC bevelen worden toegewezen.
* Als standaard zijn de meest voorkomende MMC commando´s op de MP11SE recorder knoppen ingedeeld.
 Beschikbare RECORDER CONTROL bevelen
MMC bevelen
01
STOP
02
PLAY
03
DEFERRED PLAY
04
FAST FORWARD
05
REWIND
06
RECORD STROBE
07
RECORD EXIT
Realtime bevelen
FA
Realtime START
FB
Realtime CONTINUE
FC
Realtime STOP
o
, o
n
ff
o
, o
n
ff
08
RECORD PAUSE
09
PAUSE
0A
EJECT
0B
CHASE
0C
COMMAND ERROR RESET
0D
MMC RESET
2. Transmit Recorder
Leg hier vast, of de MIDI gegevens van de interne recorder via
MIDI moeten worden gezonden of niet.
2. MMC Dev. ID
Stel hier de Device ID van de MMC (MIDI Machine Control) in.
Lees daartoe ook in het handboek van uw sequencer resp. uw
software.
13
mmc commando
 Recorder knoppen
De afbeelding hieronder geeft de zes namen van de recorder
knoppen weer:
RESET
A
B

o
, o
n
: 0 ~ 127
waarde
'
, 3
s
reaLtime commando
REC
PLAY
REW
FF
ff
'
s
55

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave