Ingebruikneming van het toestel
24
Waterhardheid
De waterhardheid geeft aan hoeveel
kalk het water bevat. Hoe hoger het
kalkgehalte, des te harder is het water
en des te vaker moet het toestel wor‐
den ontkalkt.
Het toestel meet de water- en stoom‐
hoeveelheid die wordt afgenomen. Af‐
hankelijk van de ingestelde waterhard‐
heid mogen meer of minder dranken
worden bereid, voordat u het toestel
moet ontkalken.
Stel het toestel op de plaatselijke wa‐
terhardheid in. Alleen dan kan het toe‐
stel correct functioneren en niet be‐
schadigd raken en verschijnt op het
juiste tijdstip het verzoek het ont‐
kalkingsprogramma te starten.
U kunt vier standen instellen:
Waterhardheid
0 - 8,4 °dH
(0 -1,5 mmol/l)
8,4 - 14 °dH
(1,5 - 2,5 mmol/l)
14 - 21 °dH
(2,5 - 3,7 mmol/l)
> 21 °dH
(> 3,7 mmol/l)
Hard‐
Instelling
heids‐
(stand)
graad
(volgens
waterbe‐
drijf)
Zacht
Zacht 1
Gemid‐
Gemiddeld 2
deld
Hard
Hard 3
Hard
Zeer hard 4