Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Vul het bonenreservoir alleen met gebrande koffiebonen. Doe
geen met andere stoffen behandelde koffiebonen of gemalen koffie
in het reservoir.
Vul geen vloeistoffen in het bonenreservoir.
Gebruik geen ruwe koffiebonen (groene, ongebrande bonen) of
koffiemengsels met ruwe koffiebonen. Ruwe bonen zijn erg hard en
bevatten nog een zekere hoeveelheid restvocht. De koffiemolen (het
maalwerk) van de koffiezetautomaat kan al bij het eerste malen be‐
schadigd raken.
Let op! Doe geen koffiebonen die met suiker, karamel en derge‐
lijke behandeld zijn of suikerhoudende vloeistoffen in het toestel.
Suiker kan het toestel onherstelbaar beschadigen.
Doe in de koffietrechter alleen reeds gemalen koffie of een reini‐
gingstablet om het filtersysteem in de koffietrechter te ontvetten.
Gebruik geen gekaramelliseerde gemalen koffie. De daarin aan‐
wezige suiker kan vastplakken en het filtersysteem verstoppen. De
reinigingstablet voor het ontvetten van het filtersysteem lost deze af‐
zettingen en verstoppingen niet op.
Gebruik uitsluitend melk zonder toevoegingen. De veelal suiker‐
houdende toevoegingen leiden tot verstoppingen in de melkleiding.
Gebruikt u dierlijke melk, gebruik dan alleen gepasteuriseerde
melk.
Houd nooit een brandend alcoholmengsel onder de koffie-uitloop.
De kunststof onderdelen van de automaat kunnen daardoor vlam
vatten en smelten.
Oefen geen kracht uit op de geopende deur of belast deze niet
met voorwerpen om schade aan de scharnieren van het toestel te
voorkomen.
14