Afdrukken
Papierverwerking
Onderhoud
Problemen
oplossen
Beheer
Index
Deel 2: Een netwerkpoort aanmaken
1
Klik op Start
Instellingen
2
Selecteer de printer die u zojuist hebt geïnstalleerd.
3
Klik op Bestand
4
Klik achtereenvolgens op Poorten en Poort toevoegen.
5
Klik achtereenvolgens op Netwerkpoort en Nieuwe poort.
6
Voer de informatie in om de poort te maken.
a
Ken een logische poortnaam toe. Dit kan een willekeurige naam zijn waaraan u de
printer kunt herkennen zoals "E322_lab4". Deze naam wordt later weergegeven
in de lijst met beschikbare poorten.
b
Selecteer het IP-adres van de printer in de lijst. Als het IP-adres niet in de lijst
wordt weergegeven, klikt u op Enter TCP/IP address (TCP/IP-adres invoeren)
of Name of Print Server (Naam printerserver) en voert u vervolgens in het tekstvak
IP-adres het adres in.
Als u niet weet welk IP-adres u moet invoeren, drukt u op de knop op het
bedieningspaneel. Er wordt dan een pagina met netwerkinstellingen afgedrukt
waarop onder de kop TCP/IP het IP-adres is vermeld.
c
Schakel het selectievakje in waarmee u dit protocol instelt als standaardprotocol.
d
Klik op OK. De nieuwe poort wordt toegekend aan de printer.
www.lexmark.com
Lexmark printer E320/E322
Printers.
Eigenschappen.
Netwerkprinter instellen
20