3
Als u:
•
briefhoofdpapier laadt, plaatst
u het papier met de bedrukte zijde
omlaag en het briefhoofd naar
u toe in de lade;
•
enveloppen laadt, plaatst u deze
verticaal met de klep naar
beneden en de ruimte voor de
postzegel in de linkerbovenhoek.
U voorkomt papierstoringen door
geen enveloppen te
gebruiken die:
— gemakkelijk krullen;
— aan elkaar zijn vastgeplakt;
— zijn beschadigd;
— vensters, gaten, perforaties,
uitsnijdingen of reliëfwerk
bevatten;
— metalen klemmetjes, strikken
of vouwklemmetjes bevatten;
— zijn voorzien van postzegels;
— een (gedeeltelijk) onbedekte
plakstrook hebben als de
klepzijde is dichtgeplakt.
Papier laden
23