a -
carterventilatieslang
b -
ontluchtingsklepslang van
de Fuel System Module
(brandstofsysteemmodule)
(FSM)
Brandstofsysteem
Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van een benzinebrand of -explosie. Volg alle
onderhoudsinstructies voor het brandstofsysteem nauwkeurig op. Stop de motor altijd, rook niet en zorg dat
er geen open vlammen of vonken in de ruimte aanwezig zijn terwijl u onderhoud aan een onderdeel van het
brandstofsysteem uitvoert.
BELANGRIJK: Gebruik een goedgekeurde container om brandstof in op te vangen en op te slaan. Ruim
gemorste brandstof onmiddellijk op. Gooi doeken en ander materiaal dat gebruikt is om de gemorste brandstof
op te ruimen in een goedgekeurde container weg.
Voordat u onderhoud aan een onderdeel van het brandstofsysteem uitvoert:
1.
Zet de motor af en koppel de accu los.
2.
Voer onderhoud aan het brandstofsysteem uit op een goedgeventileerde plek.
3.
Controleer altijd op brandstoflekken na het voltooien van onderhoudswerkzaamheden.
BRANDSTOFLEIDING INSPECTEREN
Inspecteer de brandstofleiding op scheuren, uitpuilingen, lekken, hardheid en andere tekenen van slijtage of
beschadiging. Als u een van deze condities aantreft, moet de brandstofleiding worden vervangen.
WATERSCHEIDEND BRANDSTOFFILTER
NB: Het waarschuwingssysteem wordt geactiveerd als het water in het brandstoffilter het hoogste peil bereikt.
RaadpleegEigenschappen en bedieningselementen - Waarschuwingssysteem.
Dit filter haalt vocht en vuil uit de brandstof. Als de filterhouder vol water zit, kan het water worden verwijderd.
Vervang het filter als het verstopt raakt door vuil.
Raadpleeg hetInspectie- en onderhoudsschema voor het juiste onderhoudsinterval.
ONDERHOUD
a
d
WAARSCHUWING
!
80
b
c
3664
c -
filtereenheid
d -
klemschroef