FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN
a -
LED Neutral (neutraal)
b -
knop Select
c -
pijl-trackpad
BESTURINGSOVERDRACHT
Voorkom ernstig of dodelijk letsel door verlies van de controle over de boot. De bootbestuurder mag nooit
het actieve station verlaten als de motor in versnelling is geschakeld. Overdracht van de besturing mag alleen
plaatsvinden als beide stations bemand zijn. Overdracht van de besturing door één persoon mag alleen
worden uitgevoerd met de motor in neutraal.
NB: Bij het overdragen van de besturing kan de motor het beste stationair draaien. Als de omstandigheden niet
toelaten dat de afstandsbediening in stationair wordt gezet, kan een besturingsoverdracht plaatsvinden in
versnelling.
NB: Het actieflampje brandt op het dashboard dat de motor aanstuurt.
Met de functie Besturingsoverdracht kan de bootbestuurder bepalen welk dashboard de motor bestuurt. Als de
bootbestuurder de selectieknop Alleen-gas/station tweemaal indrukt, kan de motorbediening worden
overgedragen naar een nieuw dashboard. Als er een besturingsoverdracht gestart wordt, begint het dashboard
automatisch met aanpassing van het motortoerental en de versnellingsstand zodat deze overeenstemmen met
de instelling van de bedieningshendel op het nieuwe dashboard. Stel de bedieningshendels af op de gewenste
gas- en versnellingspositie.
NB: U krijgt 10 seconden de tijd om een besturingsoverdracht uit te voeren. Als de besturingsoverdracht dan
niet voltooid is, wordt de handeling geannuleerd en klinkt er een dubbele pieptoon. Bij nogmaals drukken op de
selectieknop Alleen-gas/station start de besturingsoverdracht opnieuw.
1.
Zet de actieve afstandsbedieningshendel in de stationairstand.
2.
Ga naar het niet-actieve dashboard en zet de afstandsbedieningshendel in de stationairstand.
3.
Druk tweemaal op de selectieknop Alleen-gas/station. Het "ACTIVE"-lampje gaat branden om aan te
geven dat deze afstandsbediening de motor aanstuurt.
e
WAARSCHUWING
!
32
a
b
c
d
5187
d -
selectieknop Alleen-gas/
station
e -
LED Active (actief)